8.
Nadat de accu vanaf het gereedschap of de
acculader is verwijderd, vergeet u niet het
accudeksel op de accu te bevestigen en deze
op een droge plaats op te bergen.
9.
Als de accu nat wordt, laat u het water eruit
lopen en veegt u hem af met een droge doek.
Laat de accu volledig drogen op een droge
plaats voordat u hem gebruikt.
In gebruik nemen
Het snijgarnituur moet zijn uitgerust met een
1.
beschermkap. Gebruik het gereedschap nooit
met een beschadigde beschermkap of zonder
aangebrachte beschermkap!
2.
Verzeker u ervan dat er geen elektriciteitska-
bels, waterleidingen, gasleidingen, enz. zijn
die een gevaarlijke situatie zouden kunnen
veroorzaken als ze worden beschadigd door
het gebruik van dit gereedschap.
Gebruik
1.
Houd altijd uw handen, gezicht en kleding uit de
buurt van het snijgarnituur wanneer dit ronddraait.
Als u dit niet doet, kan persoonlijk letsel ontstaan.
2.
Houd tijdens gebruik omstanders en dieren ten
minste 15 meter uit de buurt van het gereed-
schap. Zet het gereedschap uit zodra iemand
dichterbij komt.
3.
Tijdens gebruik mag u nooit op een instabiele
of gladde ondergrond of op een steile helling
staan. Let in de winter op ijs en sneeuw, en
zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Werk nooit op een ladder of in een boom om te
4.
voorkomen dat u de controle over het gereed-
schap verliest.
Wanneer u het gereedschap achterlaat, al is
5.
het maar even, verwijdert u altijd de accu. Een
onbeheerd gereedschap met een aangebrachte
accu kan door onbevoegden worden gebruikt en
tot een ernstig ongeval leiden.
6.
Alvorens het gereedschap in te schakelen, ver-
zekert u zich ervan dat het gereedschap niet de
grond of andere obstakels, zoals een boom, raakt.
7.
Controleer het snijgarnituur tijdens gebruik
veelvuldig op barsten of beschadigingen.
Voordat u inspecteert, verwijdert u de accu
en wacht u tot het snijgarnituur volledig tot
stilstand is gekomen. Vervang een beschadigd
snijgarnituur onmiddellijk, ook wanneer het
slechts oppervlakkige barsten vertoont.
8.
Bedien het gereedschap niet tijdens slecht
weer of als de kans op bliksem bestaat.
9.
Houd tijdens gebruik het gereedschap altijd met
twee handen vast. Houd het gereedschap tijdens
het gebruik nooit met slechts één hand vast.
10. Gebruik tijdens het werk het schouderdraagstel.
Houd het gereedschap stevig tegen uw rechterzij.
11.
Raak het tandwielhuis niet aan tijdens en onmid-
dellijk na gebruik. Het tandwielhuis wordt tijdens
gebruik erg warm en kan brandwonden veroorzaken.
12. Neem een pauze om te voorkomen dat u door
vermoeidheid de controle over het gereed-
schap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20
minuten te rusten.
13. Als u het gereedschap op een modderige
ondergrond, natte helling of gladde plaats
gebruikt, let u erop dat u stevig staat.
14. Vermijd werken in een ongunstige omgeving
waarin een verhoogde vermoeidheid van de
gebruiker kan worden verwacht.
15. Gebruik het gereedschap niet bij slecht weer
waarin het zicht beperkt is. Als u zich hier niet
aan houdt, kan dat een val of verkeerde bediening
veroorzaken als gevolg van het slechte zicht.
16. Dompel het gereedschap niet onder in een waterplas.
17. Laat het gereedschap niet onbeheerd buiten in
de regen staan.
18. Wanneer natte bladeren of vuil blijft kleven aan
de aanzuigmond (ventilatieopening) als gevolg
van de regen, verwijdert u deze.
19. Gebruik het gereedschap niet in de sneeuw.
Snijgarnituren
Voorkom bij gebruik van een metalen snijblad
1.
dat terugslag kan optreden en wees altijd voor-
bereid op per ongeluk optredende terugslag.
Raadpleeg de tekst onder het kopje Terugslag.
Als het gereedschap niet in gebruik is,
2.
brengt u altijd de schede aan om het snijblad.
Verwijder de schede vóór gebruik.
Terugslag (stoot van het snijblad)
1.
Terugslag (stoot van het snijblad) is een plotselinge
reactie op een klemmend of vastgelopen metalen
snijblad. Zodra dit optreed wordt het gereedschap met
grote kracht zijwaarts of in de richting van de gebrui-
ker geworpen en kan het ernstig letsel veroorzaken.
2.
Terugslag treedt met name op wanneer u met
het snijbladsegment tussen 12 en 2 uur tegen
een hard voorwerp, struiken en takken met een
diameter van 3 cm of meer komt.
► Fig.2
3.
Om terugslag te voorkomen:
1.
Gebruik het snijbladsegment tussen 8 en 11 uur.
Gebruik nooit het snijbladsegment tussen
2.
12 en 2 uur.
Gebruik het snijbladsegment nooit tussen 11 en
3.
12 uur en tussen 2 en 5 uur, behalve indien de
gebruiker goed opgeleid en erg ervaren is en dit
onder zijn/haar eigen verantwoordelijkheid doet.
Gebruik het metalen snijblad nooit dicht-
4.
bij harde voorwerpen, zoals afrasterin-
gen, muren, boomstammen en stenen.
Houd het metalen snijblad nooit verticaal
5.
voor werkzaamheden zoals kanten snij-
den of heggen snoeien.
► Fig.3
Trillingen
1.
Mensen met een slechte bloedsomloop die wor-
den blootgesteld aan sterke trillingen, kunnen
verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel
oplopen. Trillingen kunnen de volgende symptomen
veroorzaken in de vingers, handen of polsen: 'Slapen'
(gevoelloosheid), tintelen, pijn, stekend gevoel, veran-
dering van huidskleur of van de huid. Als een van deze
symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw huisarts!
59 NEDERLANDS