Test relay (Relaistest)
(Controleer de werking van de relais)
Alle waarschuwings- en veiligheidsappara-
tuur dat is aangesloten op de grens-
waarde- en alarmrelais, bijvoorbeeld en
N.B.
sprinkler-installatie, wordt nog steeds
getriggerd tijdens de relaistest overeen-
komstig de standaard instellingen!
1. Ga naar het "Test relay" (Relais test) menu door
op [OK] te drukken.
2. Druk op de [Omhoog] of [Omlaag] knop om het
relay te selecteren dat gecontroleerd moet wor-
den en schakel in of uit m.b.v. [OK].
– Wanneer het relais schakelt (hoorbaar) en de
aangesloten waarschuwings- of veiligheidsuit-
rusting wordt geactiveerd: Werking is OK.
– Wanneer het relais niet schakelt: Het relais is
defect.
11.11 Fine adjustment (Fijninstelling) menu
Main menu (Hoofdmenu) > Fine adjustment (Fijninstelling)
Submenu 1
Submenu 2
Manual zero pt.
(Handmtig nulpunt (S1)
Sensor 1
Calibration (Kalibratie)
Sensitivity
(Gevoeligheid) (S1)
Display
Manual zero pt.
(Handmatig nulpunt) (S2)
Sensor 2
Calibration (Kalibratie)
Sensivity (Gevoeligheid)
(S2)
Display
Het "Fine adjustment" (Fijninstelling) menu kan wor-
den gebruikt om:
•
Een handmatige nulpuntcorrectie uit te voeren
voor de betreffende sensor
•
Een kalibratie uit te voeren
•
De gevoeligheid van de stroomuitgang in te stellen
•
Het meetwaardedisplay te dempen, zodat het
display niet zo vak wijzigd als de meetwaarde
fluctueert.
404
– Wanneer de aangesloten waarschuwings- of
veiligheidsuitrusting niet wordt geactiveerd:
Controleer de aangesloten waarschuwings- of
veiligheidsuitrusting en bekabeling.
Repareer indien nodig.
3. Druk op [Esc] om het testmenu te verlaten.
Wanneer u het menu verlaat, schakelen alle relais
weer terug naar hun vorige schakelstatus.
Test display (Display test)
(Controleer de werking van het display)
1. Ga naar het "Test display" (Display test) menu
door op [OK] te drukken. Wanneer het display
helemaal donker is: Werking is OK.
– Wanneer sommige delen van het display licht
blijven, dan is het display op die plekken
defect.
2. Druk op [Esc] om het testmenu te verlaten.
Submenu 3
Change (Wijzig)
Delete (Verwijderen)
Measured value (S1)
(Meetwaarde (S1))
Result (Resultaat) (S1)
xx nA/ppm Slope
(Stijging)
xx damping (demping)
Change (Wijzig)
Delete (Verwijderen)
Measured value
(Meetwaarde) (S2)
Result (Resultaat) (S2)
xx nA/ppm Slope
(Stijging)
xx damping (demping)
Wanneer de code is ingesteld, zijn
voor toegang tot het "Fine adjustment"
N.B.
(Fijninstelling) niveau toegangsrechten
nodig. Zie paragraaf
Submenu 4
xx.xx ppm
xxx.x nA
xx.xx ppm
Cell (Cel) xxxx.x nA
xx.xx nA/ppm
Slope (Stijging)
xx.xx ppm
xxx.x nA
xx.xx ppm
Cel xxxx.x nA
xx.xx nA/ppm
Slope (Stijging)
11.8.8 Code
functie.