9. Installatie
9.1 Transport en opslag
•
Transporteer het instrument voorzichtig, niet
laten vallen!
•
Droog en koel opslaan.
9.2 Uitpakken
1. Controleer het instrument op beschadigingen.
Zo snel mogelijk na het uitpakken installeren.
2. Een beschadigd apparaat niet monteren of aan-
sluiten!
Verpakkingsmateriaal bewaren of volgens
N.B.
de lokale voorschriften afvoeren.
9.3 Installatievereisten
•
Droge ruimte
•
Ruimtetemperatuur: 0 °C tot 45 °C
•
Trillingsvrije locatie.
Wanneer u de installatievereisten niet aan-
houdt, kan het apparaat beschadigd raken!
Voorzichtig
De metingen kunnen onjuist zijn!
9.4 Installatie in een bedieningspaneel
92
+0.8
92
+0.8
> 20
Afb. 4
Behuizing voor bedieningspaneel
®
Conex
DIA-1
Afb. 5
Sensorinterface
1. Maak een opening van 92 + 0,8 mm
2. Breng de de meegeleverde afdichting aan.
3. Schuif de Conex
Voorzichtig
1. Haak de bevestigingsbeugels in de aan de
2. Zet het apparaat aan de achterzijde vast met
3. Installeer een aparte sensorinterface in de buurt
9.5 Installatie in een aan de wand
> 20
Voorzichtig
x 92 + 0,8 mm in het bedieningspaneel.
®
DIA-1 vanaf de voorzijde in de
opening.
Afdichting niet beschadigen!
De afdichting moet exact aansluiten!
boven- en onderzijde zijdelings aangebrachte
bevestigingsconussen.
behulp van een schroevendraaier.
van de sensoren.
gemonteerde behuizing
Waarschuwing
Vóór montage: netspanning uitschakelen!
Beschermingsklasse IP65 is alleen gega-
randeerd wanneer de klemmenafdekking
correct is gesealed, het frontpaneel van de
klemmenafdekking is gesloten en de juiste
kabelwartels resp. afdichtkappen zijn
gemonteerd.
De pakking van het klemmendeksel niet
beschadigen! De pakking van het klem-
mendeksel moet exact aansluiten!
10.5
198
Afb. 6
Behuizing voor wandmontage
®
Conex
DIA-1
313