4.
Schuif de veerring en de ring op de korte zeskant-
bout en haal deze vervolgens aan met behulp van de
sleutel die in de verpakking is meegeleverd.
► Fig.7: 1. Korte zeskantbout 2. Veerring 3. Ring
► Fig.8
KENNISGEVING:
Verzeker u ervan dat de korte
zeskantbouten worden gebruikt om de achterwie-
len te monteren.
KENNISGEVING:
Bevestig de achterwielen aan
beide kanten in dezelfde stand.
5.
Breng de handgrepen omhoog en steek ze in het
onderstel.
► Fig.9
KENNISGEVING:
Sta niet toe dat de kabels
in gebied "A" van de afbeelding komen. Lange
voorwerpen kunnen de kabels raken en een ongeval
veroorzaken.
KENNISGEVING:
Oefen bij het omhoog bren-
gen en insteken van de handgrepen geen buiten-
sporige kracht uit op de kabels.
KENNISGEVING:
Gebruik beide handen bij het
omhoog brengen van de handgrepen.
6.
Kantel het kantelframe voorover.
► Fig.10: 1. Kantelframe
7.
Klap de handgrepen naar buiten, steek de lange
zeskantbouten in het onderstel, en draai vervolgens de
moeren vast met behulp van de sleutel die in de verpak-
king is meegeleverd.
► Fig.11: 1. Lange zeskantbout
8.
Draai vanaf de achterkant de borstbouten vast
met behulp van de sleutel die in de verpakking is
meegeleverd.
► Fig.12: 1. Borstbout
9.
Draai de korte zeskantbouten vanaf beide kanten
vast met behulp van de sleutel die in de verpakking is
meegeleverd om de handgrepen vast te zetten.
► Fig.13: 1. Korte zeskantbout
KENNISGEVING:
Draai de korte zeskantbouten
niet met buitensporige kracht vast. Draai ze met
voldoende kracht vast zodat de handgrepen stabiel
vast zitten.
KENNISGEVING:
Zorg ervoor dat de kabels niet
bekneld raken door de bouten.
10. Klem de kabels vast met behulp van de klemmen.
► Fig.14: 1. Klem
11.
Kantel het kantelframe achterover.
► Fig.15: 1. Kantelframe
12. Druk op de vergrendelknop terwijl u de remhendel
inknijpt om de rem te vergrendelen.
► Fig.16: 1. Vergrendelknop 2. Remhendel
LET OP:
Als de achterwielen zijn gemonteerd,
duwt u op het rempedaal van het achterwiel om
het achterwiel te vergrendelen.
13. Haak de draagrekvergrendeling vast en trek
daarna de vergrendelhendel omlaag om het draagrek te
vergrendelen.
► Fig.17: 1. Draagrekvergrendeling
2. Vergrendelhendel
KENNISGEVING:
grendelhendel stevig vergrendeld is.
KENNISGEVING:
bekneld raken door de vergrendelhendel.
OPMERKING: Als u de steunpoten wilt bevestigen in
plaats van de achterwielen, verwijdert u de achterwie-
len vanaf het frame en brengt u de steunpoten aan op
het frame.
► Fig.18: 1. Achterwiel 2. Steunpoot
Het draagrek in elkaar zetten en
aanbrengen
Optioneel accessoire
1.
Haal het draagrek uit de doos, bevestig de zijrails
aan het bodemrek, en draai daarna de vingerschroeven
vast om de rails vast te zetten.
► Fig.19: 1. Vingerschroef
2.
Leg het draagrek op het onderstel en steek
daarna de zeskantbouten en ringen vanaf de bovenkant
in het frame. Draai de ringen, veerringen en vleugel-
moeren vanaf de onderkant vast om het draagrek vast
te maken.
► Fig.20: 1. Lange zeskantbout 2. Korte zeskantbout
3. Ring 4. Veerring 5. Vleugelmoer
KENNISGEVING:
voor de voorkant en de korte bouten voor de
achterkant.
De laadbak aanbrengen
Optioneel accessoire
Leg de laadbak op het onderstel, steek de zeskantbou-
ten in het frame, en draai daarna de ringen, veerringen
en vleugelmoeren vanaf de onderkant vast om de laad-
bak vast te maken.
► Fig.21: 1. Zeskantbout 2. Ring 3. Veerring
4. Vleugelmoer
61 NEDERLANDS
Verzeker u ervan dat de ver-
Zorg ervoor dat de kabels niet
Gebruik de lange bouten