Elke microfooningang beschikt over een eigen niveauregelaar (1) om
de amplitude van de verschillende signalen correct te kunnen doseren.
De microfooningang MIC.1 beschikt bovendien over een automatische
voorrangsfunctie (VOX): wanneer door een op deze ingang
aangesloten microfoon wordt gesproken, worden alle (microfoon- en
hulp-) ingangen automatisch uitgesloten, behalve de telefooningang
voor noodgevallen. Het niveau van de activeringsdrempel van het
circuit van automatische voorrang is niet afhankelijk van de stand van
MIC.1 (1). De VOX- functie kan uitgeschakeld worden door de interne
brug CN104 te verwijderen (zie tabel). De microfooningangen MIC.1,
MIC.2 en MIC.3 hebben een vaste phantomvoeding.
Elke microfooningang is met een speciaal spraakfilter uitgerust dat de
stemweergave verbetert, met name bij hoornluidsprekers. Verplaats
de jumpers zoals aangegeven in de tabel, voor het inbrengen van de
filters:
CN136
C145
R169
R170
72
U106
C154
C140
Q124
Q123
C139
C151
R185
CN140
C153
R200
R201
SW102
C N 1 0 4
VOX MIC.1
ON*
VOX MIC.1
OFF
De MUTE functie van de ingangen MIC.2 - MIC.3 - INPUT 4 - INPUT
5 kan uitgeschakeld worden door de betreffende jumper weg te nemen,
zoals aangegeven in de tabel:
3.3 MIC/LINE ingangen
De bussen INPUT 4 en INPUT 5 (20) kunnen onafhankelijk als
microfooningangen (met of zonder phantomvoeding) of als lijningangen
geconfigureerd worden. De selectie van de modus kan verkregen worden
met behulp van schakelaars met drie standen (21):
• op MIC wordt de microfoongevoeligheid geselecteerd bij een
uitgeschakelde phantomvoeding;
• op PH wordt de microfoongevoeligheid geselecteerd als de
phantomvoeding wordt ingeschakeld (voor elektreetmicrofoons 12/
24V);
• op LINE wordt de lijngevoeligheid geselecteerd.
De aansluiting kan tot stand gebracht worden met stekkers van het
mannetjestype XLR of met een jack 1/4" bus. De aansluitingen op deze
bussen staan aangegeven op afb. 3.2.1 (zie vorige pagina).
Elke ingang beschikt over een eigen niveauregelaar (2) om de amplitude
van de verschillende signalen naar wens te kunnen doseren.
Downloaded from
www.Manualslib.com
C132
C131
R152
R149
C148
C141
R188
C143
C158
Q116
Q117
C155
C157
C162
R193
C118
R194
C155
C160
R189 C144
C119
R186
R190
C156
C159
CN147
C161
R191
C150
CN144
MIC111
C N 1 2 6
MIC.1
Filter ON
MIC.1
Filter OFF*
C N 1 2 8
MIC.2
Mute ON*
MIC.2
Mute OFF
* fabrieksinstelling/configuración de fábrica.
manuals search engine
T
E
E
H
S
A
T
A
D
Cada entrada microfónica dispone de un propio mando de nivel (1)
para ajustar oportunamente la amplitud de las varias señales. La
entrada microfónica MIC.1 dispone, además, de la función de
precedencia automática (VOX): hablando al micrófono conectado con
este entrada se cortan automáticamente todas las entradas
(microfónicas y auxiliares) salvo la entrada de emergencia telefónica.
El nivel del umbral de activación del circuito de precedencia automática
es independiente de la posición del mando MIC.1 (1). La función VOX
se puede desactivar quitando el puente interno CN104 (véase la tabla).
En las entradas microfónicas MIC.1, MIC.2 y MIC.3 la alimentación
Phantom es fija. Cada entrada microfónica tiene un idóneo filtro vocal
que mejora la reproducción de la voz, en particular modo con difusores
de trompeta.
Para activar los filtros, desplazar los puentes como indicado en la tabla:
C137
CN138
CN130
CN129
CN133
R144
R147
R140
R143
R141
R111
C108
R167
C121
C125
R154
Q114
Q115
R121
R134
R117
R123
R119
C122
R124
R112
R113
C124
CN101
C120
C123
C152
R122
MIC109
C N 1 2 9
C N 1 2 7
MIC.2
MIC.3
Filter ON
Filter ON
MIC.2
MIC.3
Filter OFF*
Filter OFF*
Es posible desactivar la función de MUTING de las entradas MIC.2 -
MIC.3 - INPUT 4 - INPUT 5 quitando el correspondiente puente, como
indicado en la tabla:
C N 1 3 0
C N 1 3 2
MIC.3
INPUT 4
Mute ON*
Mute ON*
MIC.3
INPUT 4
Mute OFF
Mute OFF
3.3 Entradas MIC/LINE
Las tomas INPUT 4 y INPUT 5 (20) se pueden configurar de forma
independiente como entradas microfónicas (con o sin alimentación
phantom) o como entradas de línea. La selección de la modalidad se
efectúa trámite los desviadores con tres posiciones (21):
• en la posición MIC, se selecciona la sensibilidad microfónica con
alimentación phantom desactivada;
• en la posición PH, se selecciona la sensibilidad microfónica
activando la alimentación phantom (para micrófonos de electreto
12/24V);
• en la posición LINE, se selecciona la sensibilidad de línea.
Es posible efectuar la conexión tanto con clavijas de tipo XLR macho
que con clavijas jack 1/4". Las conexiones con estas tomas se indican
en la Fig. 3.2.1 (ver la página anterior). Cada entrada tiene su propio
mando de nivel (2) para ajustar oportunamente la amplitud de las
varias señales.
AX5500 SERIES
C131 C129
R138
CN127
R132
R142
R130
C101
R139
C136
C134
C135
C198
C109
C113
Q112 Q113
Q111
C110
C102
C111
R2
C199
C112
MIC108
C N 1 3 1
INPUT 4
Filter ON
INPUT 4
Filter OFF*
C N 1 3 6
INPUT 5
Mute ON*
INPUT 5
Mute OFF
R
C130
CN126
R136
C107
R110
R128
U104
C128
C186
R199
R101
R198
C187
C196
C188
C191
G
MIC107
C N 1 4 5
INPUT 5
Filter ON
INPUT 5
Filter OFF*
25