LET OP
Verkeerd gebruik en veranderingen
Functieveranderingen of functieverlies en schade aan het product
►
Gebruik het product uitsluitend voor het doel waarvoor het bestemd is, en ga er zorgvuldig
mee om.
Verander niets aan het product, wanneer u hierin niet deskundig bent.
►
5 Gebruik
INFORMATIE
De dagelijkse draagtijd en de periode dat het product moet worden gedragen, worden
►
gewoonlijk bepaald door de arts.
De eerste keer dat het product wordt aangepast en gebruikt, dient dat te gebeuren onder
►
begeleiding van een vakspecialist.
Leer de patiënt hoe hij het product moet gebruiken en onderhouden.
►
Wijs de patiënt erop dat hij onmiddellijk een arts moet raadplegen, wanneer hij bijzondere
►
veranderingen bij zichzelf constateert (bijv. verergering van de klachten).
5.1 Maatkeuze
► Kies de orthesemaat aan de hand van de omtrek van het bekken (zie de maattabel).
5.2 Aanpassen en aanbrengen
VOORZICHTIG
Direct huidcontact met het product
Huidirritaties door wrijving of transpiratievorming
Draag het product niet direct op de huid.
►
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door verkeerd of te strak
aanbrengen
Zorg ervoor dat het product correct wordt aangebracht en goed op zijn plaats komt te zitten.
►
1) Breng de orthese aan. Zorg er bij het aanbrengen voor dat de sternumpelotte en de bekken
beugel goed op hun plaats komen te zitten.
2) Bewerk de metalen delen met de hand en pas ze aan de vorm van het lichaam van de patiënt
aan. Optioneel: Gebruik een zetijzer met ronde kanten.
3) Zet de bekkenbeugel met de meegeleverde bouten in de juiste stand vast aan de draaiverbin
dingen aan weerszijden van de bekkenbeugel (zie afb. 2).
4) Schroef de rugpelotte met een verschuifbaar adapterdeel vast aan de tailleriem en positioneer
de rugpelotte in het midden (zie afb. 3).
5) Maak voor het instellen van de lengte van de rugband de tailleriem aan het uiteinde dat kan
worden losgemaakt, korter of langer.
6) Verplaats de bouten in het borstbeenframe (zie afb. 4) of verschuif de zijdelen (zie afb. 5) om
rond de borst de omtrek van de orthese aan te passen.
Controle
Controleer terwijl de orthese is aangebracht:
•
de druk, positionering en pasvorm van de pelottes en de bekkenbeugel
•
de spanning en positionering van de tailleriem en het ortheseframe
•
de pasvorm en hyperextensiewerking in zittende houding
26