Wij adviseren de kookplaat aan te sluiten
n
met een vaste leiding. Aansluiting door
middel van een speciaal daarvoor bestemde
veiligheidsslang is ook toegestaan. In
alle gevallen moet er voor het toestel een
aansluitkraan geplaatst worden op een
makkelijk bereikbare plaats, bijvoorbeeld in
het naastgelegen keukenkastje.
Let op:
Een veiligheidsslang mag niet worden geknikt
en niet in aanraking komen met hete delen
van de inbouwoven of bewegende delen van
het keukenmeubel, bijvoorbeeld een lade.
Alvorens het toestel in gebruik te nemen
n
de aansluitingen met zeepsop controleren
op gasdichtheid.
Controleer na installatie van het toestel of de
n
branders goed werken; het vlambeeld moet
regelmatig en stabiel zijn in volstand, terwijl
de branders niet mogen uitgaan in kleinstand.
Let op:
Plaats een kookplaat niet naast een hoge kast
of wand van brandbaar materiaal. (Indien
niet anders mogelijk, houdt dan een minimale
afstand van 40 mm tussen buitenkant kook-
plaat en deze wand. Houd ook een afstand
van minimaal 65 cm aan tussen de kookplaat
en een eventueel te plaatsen afzuigkap.)
Montage
1. Maak een uitsparing in de zijwand van de
keukenkast voor het doorvoeren van de
gasleiding.
2. Plak het afdichtband aan de onderkant van de
kookplaat.
3. Laat de kookplaat in de uitsparing zakken.
4. Zet de kookplaat vast.
5. Maak de gasaansluiting. Controleer de
aansluitingen met zeepsop op gasdichtheid
(zie "gasaansluiting").
6. Maak de elektrische aansluiting (zie
"elektrische aansluiting").
7. Controleer de werking van het toestel. Het
inbouwen in combinatie met een inbouw-
oven staat beschreven in het installatie-
voorschrift van de oven.
Pas op:
De onderkant van de inbouwkookplaat wordt
n
heet. Let erop, dat u geen brandbare of
kunststof voorwerpen in de eventueel onder
het toestel aanwezige lade legt!
montageklem A
fig. 5
fig. 6
montageklem B