HOOFDSTUK -3: INSTALLATIE VAN DE VAATWASSER
Nadat alle verbindingen aangesloten zijn, draai de kraan helemaal open en cont-
roleer op lekkage. Voor de veiligheid, raden wij aan de kraan dicht te draaien
wanneer de vaatwasser gedurende langere tijd niet gebruikt wordt.
Water toevoerslang
Gebruik niet de water toevoerslang van uw oude vaat-
wasser. Gebruik de met uw vaatwasser meegeleverde ni-
euwe slang. Indien u een nieuwe of lange - ongebruikte
water toevoerslang op uw vaatwasser aansluit, laat hier-
door enkele tijd water door heen lopen alvorens deze aan
te sluiten. Sluit de water toevoerslang direct aan op de
waterkraan. De geleverde waterdruk van de kraan moet
minimaal 0.03 Mpa zijn en maximaal 1Mpa. Indien de wa-
terdruk hoger is dan 1 Mpa, moet hiertussen een druk-
ventiel geïnstalleerd worden.
OPMERKING: Een aquastop watertuit wordt
op sommige modellen gebruikt. In geval van
gebruik van Aquastop, bestaat er een geva-
arlijke spanning. Snij de tuit van de Aquastop
niet door. Zorg ervoor dat deze niet gevou-
wen of gedraaid is.
Water afvoerslang
De water afvoerslang kan zowel rechtstreeks
aangesloten worden op de afvoer of sifon.
Gebruik makend van een special gebogen pijp
(indien beschikbaar), kan het water rechtstreeks in
de wastafel afgevoerd worden door de pijp over de
rand van de wastafel te hangen. Deze aansluiting
moet zich tenminste 50 tot 110 cm boven de vloer
bevinden.
NL-10