NL
NEDERLANDS
lschema's.
- Controleer of alle verbindingskabels in opti-
male conditie zijn en of de mantel intact is.
- Gevraagd wordt om de installatie correct
en veilig te aarden, zoals wordt vereist
door de geldende normen op dit gebied.
- Controleer of de aardlekschakelaar die
de installatie beveiligt goed gedimen-
sioneerd is.
Kaarten en aansluitingen
- De voedingsspanning van het paneel
E.BOX PLUS moet gelijk zijn aan die van
de gebruikte pompen. Als het paneel bi-
jvoorbeeld wordt gevoed met een voed-
ingsspanning van 3~400 V, moeten de
pompen 3~400 V zijn.
- Het paneel E.BOX BASIC moet worden
gevoegd met een voedingsspanning van
1~230V. De pompen moeten eenfasig 230
V zijn.
- Verbind de aardingskabels van de pompen
met de aardingsklemmen in het E.Box-pa-
neel! Verzeker u ervan dat alle kabels goed
25
gedimensioneerd zijn voor de stromen die
ze moeten verdragen.
- Als de eenfasige pomp een externe con-
densator nodig heeft, kan deze in het pan-
eel worden ondergebracht.
- Als er 2 pompen worden gebruikt, moeten
ze identiek zijn.
- Let op, een onjuiste elektrische verbinding
kan het E.Box-paneel beschadigen.
Elektrische verbinding van de pompen -
Verbinding driefasige pompen
De driefasige pompen kunnen alleen
worden verbonden met de E.Box Plus. Ze
moeten worden verbonden met de klem-
men P1 en P2. De juiste volgorde van de
fasen U, V en W moet in acht worden ge-
nomen om de pompen in de juiste richting
te laten draaien.
Aansluiting elektrische voeding
Zorg voordat u begint te werken dat de
spanning wordt uitgeschakeld op de voed-
ingslijn. Gebruik kabels die goed gedimen-
sioneerd zijn voor de stroom in kwestie,
waarbij ermee rekening gehouden moet