Menu Beeldinstellingen
Beeldinstellingen
Beeldinstelling
Verlicht
Contrast
Helderheid
Kleur
Kleurtint
Beeldscherpte
Kleurtint
Reset
Ruisonderdruk.
Terug:
Kies:
Beeldinstelling
Verlicht
Contrast
Helderheid
Kleur
Kleurtint
Beeldscherpte
Kleurtint
Reset
Ruisonderdruk.
20
NL
Gebruiker
5
Max
50
50
0
15
Warm
Auto
Bevestig:
Exit:
MENU
Hiermee selecteert u de beeldinstelling.
• "Demo": voor een beter beeldcontrast en een betere beeldscherpte.
• "Standaard": voor standaardbeeld. Aanbevolen voor thuisgebruik.
• "Gebruiker": hiermee kunt u uw eigen voorkeursinstellingen opslaan.
Hiermee wordt de helderheid van het achtergrondlicht ingesteld.
Hiermee wordt het beeldcontrast verhoogd of verlaagd.
Hiermee wordt het beeld helderder of donkerder.
Hiermee wordt de kleurintensiteit verhoogd of verlaagd.
Hiermee worden de groentinten verhoogd of verlaagd.
Tip
"Kleurtint" kan alleen worden aangepast voor een NTSC-kleursignaal (zoals op Amerikaanse
videobanden).
Hiermee wordt het beeld scherper of zachter.
Hiermee wordt de witheid van het beeld ingesteld.
• "Koel": geeft witte kleuren een blauwe tint.
• "Neutraal": geeft witte kleuren een neutrale tint.
• "Warm": geeft witte kleuren een rode tint.
Tip
"Warm" kan alleen worden geselecteerd als "Beeldinstelling" is ingesteld op "Gebruiker".
Hiermee zet u alle beeldinstellingen, behalve "Beeldinstelling" in op de
fabrieksinstellingen.
Hiermee onderdrukt u de beeldruis (sneeuw) in het geval van een zwak
uitzendsignaal.
• "Auto": vermindert de beeldruis automatisch.
• "Uit": hiermee schakelt u de "Ruisonderdruk."-functie uit.
U kunt de onderstaande opties selecteren in
het beeldmenu. Voor het selecteren van opties
in "Instellingen", kunt u "Navigeren door
menu's" (pagina 19) raadplegen.