1.
Opmerkingen voor de installatie
Verdwijn de voedingsspanning
van de netwerkcamera, als
u een overhitting of
rookontwikkeling constateert.
Contacteer in dit geval de
technische dienst van uw
specialzaak.
Installeer de netwerkcamera noit in de
nabijheid van hitte, bij voorbeeld
televisies of hittetoestels.
Houd de netwerkcamera op afstand van
directe zonneninstraling.
Let u op, dat de netwerkcamera op afstand
tot water is. Als de camera met vochtigheid
in verbinding komt, verdwijn de netkabel.
Contacteer in dit geval de technische
dienst van uw specialzaak
Let u op de aawijzingen van de
gebruikstemperatuur in de
gebruiksaanwijzing.
Plaats de netwerkcamera niet in de
omgeving van hooge luchtvochtigheid.
31
Plaats de netwerkcamera niet op een
oneffen ondergrond.
Demonteer niet de camera.
Voeg er geen objecten in de camera
binnen (bijvoorbeeld naalden).
Rijk de camera niet aan bij onweer
bijvoorbeeld als het flitst.
Laat de netwerkcamera niet vallen.
32