6
Werkzaamheden
WAARSCHUWING
Gevaar door beschadigde kabels! Wordt het voedings- of verlengsnoer tijdens de werkzaamheden
beschadigd, het apparaat en het snoer direct scheiden van het elektriciteitsnet. Raak de beschadigde plaats
niet aan!
▶ Regelmatig alle aansluitleidingen controleren. Defecte verlengsnoeren vervangen. Beschadigde voe-
dingskabels laten vervangen bij een erkende specialist.
In principe wordt het gebruik van een lekstroomschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom
aanbevolen.
6.1
Algemene aanwijzingen voor het werken met de sleuvenzaag
▶ Selecteer de diamant-sleufschijven overeenkomstig het te bewerken materiaal.
▶ Controleer bij afname van de zaagprestaties of de diamant-sleufschijven versleten zijn en moeten worden
vervangen resp. moeten worden geslepen.
▶ Breng verticale zaagsnedes bij voorkeur van boven naar beneden aan.
▶ Gebogen zaagsnedes zijn niet mogelijk.
▶ Geleid de sleuvenzaag zonder deze te draaien of te kantelen.
6.2
Apparaat in de uitgangspositie brengen
Na het monteren van de diamant-sleufschijven of na werkzaamheden aan het apparaat bevindt het
apparaat zich mogelijk niet in de uitgangspositie. Voordat u de sleufdiepte (invaldiepte) instelt en het
apparaat inschakelt, moet het apparaat in de uitgangspositie staan.
1. Controleer of de invalblokkering in de voorste handgreep niet is ingedrukt.
2. Houd het apparaat vast aan de voorste handgreep.
3. Til het apparaat aan de voorkant zover op, dat de slede hoorbaar in de uitgangspositie vergrendelt.
▶ Het apparaat bevindt zich nu in de uitgangspositie.
Als u er zeker van wilt zijn dat het apparaat tijdens de sleufbewerking niet ongemerkt uit de
ondergrond omhoog komt, schuift u de vergrendelingsschakelaar in de stand
De slede wordt daarbij automatisch in de reeds bereikte sleufdiepte vergrendeld, zolang de
invalblokkering ingedrukt blijft.
6.3
Sleufdiepte instellen
1. Controleer of het apparaat zich in de uitgangspositie bevindt.
2. Stel met behulp van het sleufdiepte-instelwiel de gewenste sleufdiepte in.
De op het instelwiel gedrukte getallen geven de sleufdiepte in millimeters (mm) aan.
6.4
Sleuven maken
1. Controleer of de sleufdiepte correct is ingesteld. → Pagina 34
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen! Als het apparaat zich bij het inschakelen niet in de uitgangspositie bevindt, kunnen
de diamant-sleufschijven het ondergrondmateriaal raken. Hierbij kunt u de controle over het apparaat
verliezen.
▶ Controleer vóór het inschakelen of het apparaat zich in de uitgangspositie bevindt.
2. Positioneer het apparaat op de te bewerken ondergrond.
De zaagsnede-indicator wijst in de zaagrichting en geeft de positie van de eerste (in zaagrichting
links) diamant-sleufschijf aan.
Voor horizontale sleuven: Aan de hand van de buislibel op het apparaat kunt u zien of het apparaat
correct is uitgelijnd.
34
Nederlands
2208335
*2208335*
(vergrendeld).