Voor het openen van het batterijvakdeksel (11) drukt u op
de vergrendeling (10) en verwijdert u het batterijvakdeksel.
Plaats de batterijen.
Let er hierbij op dat de polen juist worden geplaatst volgens
de afbeelding op de binnenkant van het batterijvak.
De batterij-aanduiding (2) toont altijd de actuele batterijsta-
tus:
LED
Capaciteit
Permanent licht groen
100−75 %
Permanent licht geel
75−35 %
Permanent licht rood
35−10 %
Geen licht
Batterijen leeg
Als de batterijen zwak worden, dan wordt de helderheid van
de laserlijnen langzaam minder.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterij-
en van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Haal de batterijen uit het meetgereedschap, wanneer
u
u dit langere tijd niet gebruikt. De batterijen kunnen bij
een langere periode van opslag in het meetgereedschap
corroderen en zichzelf ontladen.
Gebruik
Ingebruikname
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
u
zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
u
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het
bijv. niet gedurende langere tijd in de auto liggen. Laat het
meetgereedschap bij grotere temperatuurschommelin-
gen eerst op temperatuur komen en voer vóór het verder
werken altijd een nauwkeurigheidscontrole uit (zie
„Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap",
Pagina 48).
Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen
kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap nadelig
beïnvloed worden.
Vermijd krachtige stoten of vallen van het meetge-
u
reedschap. Na sterke invloeden van buitenaf op het
meetgereedschap, moet u altijd vóór het opnieuw gebrui-
ken hiervan een nauwkeurigheidscontrole uitvoeren (zie
„Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap",
Pagina 48).
Het meetgereedschap tijdens transport uitschakelen.
u
Bij het uitschakelen wordt de pendeleenheid vergren-
deld. Anders kan deze bij heftige bewegingen beschadigd
raken.
In-/uitschakelen
Voor het inschakelen van het meetgereedschap schuift u de
aan/uit-schakelaar (7) in de stand „ On" (voor werken met
pendelvergrendeling) of in de stand „
met automatische nivellering). Het meetgereedschap zendt
direct na het inschakelen laserlijnen uit de lensopeningen
(1).
Bosch Power Tools
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
u
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Voor het uitschakelen van het meetgereedschap schuift u
de aan-/uit-schakelaar (7) in stand Off. Bij het uitschakelen
wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
u
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Bij het overschrijden van de maximaal toegestane gebruiks-
temperatuur van 40 °C volgt een uitschakeling ter bescher-
ming van de laserdiode. Na het afkoelen is het meetgereed-
schap weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw worden
ingeschakeld.
Als de temperatuur van het meetgereedschap de maximaal
toegestane werktemperatuur nadert, dan wordt de helder-
heid van de laserlijnen langzaam minder.
Automatische uitschakeling deactiveren
Als ca. 120 minuten lang geen toets op het meetgereed-
schap wordt ingedrukt, schakelt het meetgereedschap auto-
matisch uit om de batterijen te sparen.
Om het meetgereedschap na de automatische uitschakeling
weer in te schakelen, kunt u de aan/uit-schakelaar (7) eerst
naar stand "Off" schuiven en het meetgereedschap daarna
weer inschakelen of kunt u één keer op de toets laser-ge-
bruiksmodus (6) of op de toets ontvangermodus (4) druk-
ken.
Om de automatische uitschakeling te deactiveren (bij inge-
schakeld meetgereedschap), de toets laser-gebruiksmodus
(6) minimaal 3 sec. ingedrukt houden. Als de automatische
uitschakeling is gedeactiveerd, knipperen de laserstralen
even ter bevestiging.
Als u de automatische uitschakeling wilt activeren, schakelt
u het meetgereedschap uit en weer in.
Geluidssignaal deactiveren
Na het inschakelen van het meetgereedschap is het geluids-
signaal altijd geactiveerd.
Voor het deactiveren, resp. activeren van de signaaltoon te-
gelijkertijd op de toets laser-gebruiksmodus (6) en de toets
ontvangermodus (4) drukken en minimaal 3 sec. ingedrukt
houden.
Bij het activeren en deactiveren klinken drie korte geluidssig-
nalen ter bevestiging.
Modi
Het meetgereedschap beschikt over meerdere functies. U
kunt op elk gewenst moment tussen de functies wisselen:
– een horizontaal laservlak voortbrengen,
– Een verticaal laservlak tonen,
– Twee verticale laservlakken tonen,
– Een horizontaal laservlak voortbrengen, evenals twee ver-
On" (voor werken
ticale laservlakken.
Nederlands | 47
1 609 92A 5DL | (02.10.2019)