• Is de elektrodenafstand van de bougie correct (richtwaarde: 0,7 mm)?
• Is de bougie al langer in gebruik en eventueel versleten? Bij twijfel moet u met een nieuwe bougie proberen te
starten.
• Zijn alle brandstofleidingen in orde? Wordt er benzine met de manuele pomp aangezogen?
Het voertuig blijft niet stilstaan als de gas/remhendel losgelaten wordt
• Stationair toerental is te hoog ingesteld. Stel de neutrale stand op de zender juist in met behulp van de trimming voor
de rijfunctie.
• Als de trimweg nog niet volstaat, moet de stationaire toerentalschroef op de carburateur worden afgesteld.
Voertuig wordt langzamer
• De aandrijving is door bladeren, takken, etc. geblokkeerd.
• De carburateurinstelling is te arm ingesteld (motor heeft onvoldoende vermogen en is mogelijks oververhit). Stel de
carburateur rijker in.
• Het luchtfilter is vervuild. Daardoor is de carburateurinstelling te rijk (motor hort en komt niet of slechts heel langzaam
op toeren). Reinig of vervang het luchtfilter.
De stuurservo toont enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte tussen de zender en het
voertuig is enkel zeer kort
• De ontvangeraccu is zwak of leeg.
• Controleer de batterijen/accu's in de zender.
Het rechtuitrijden klopt niet
• Stel op de zender de trimming voor de stuurfunctie juist in.
• Controleer de stuurstangen, resp. de instelling voor het spoor.
• Heeft het voertuig een ongeval gehad? Dan controleert u het voertuig op defecte of gebroken onderdelen en vervangt
u deze.
Sturen in tegenstelling tot de beweging van de draaiwiel op de zender
• Activeer op de zender de reverse-instelling voor de stuurfunctie.
Rijfunctie in tegenstelling tot de beweging van de gas-/remhendel op de zender
Normaal gezien moet het voertuig rijden wanneer de gas-/remhendel op de zender naar de greep toe wordt getrokken.
Activeer op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.
123