Let op omgevings
temperatuur
en beluchting
De klimaatklasse staat aangegeven op het
typeplaatje. Hierdoor wordt aangegeven
bij welke omgevingstemperatuur het
apparaat gebruikt kan worden.
Klimaatklasse
toelaatbare
omgevings
temperatuur
+10 °C tot 32 °C
SN
+16 °C tot 32 °C
N
+18 °C tot 38 °C
ST
+18 °C tot 43 °C
T
Beluchting
Afb. 3
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt verwarmd. De verwarmde
lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de
koelmachine meer presteren waardoor
het energieverbruik toeneemt.
De be en ontluchtingsopeningen mogen
dan ook nooit worden afgedekt!
nl
69