BEDIENING
•
Wilt u nog een kookzone inschakelen, dan drukt u op de toets van de desbetreffende
kookzone om de zone te activeren.
•
In de display dimmen de vermogensstanden van de kookzones die niet geactiveerd zijn.
Ook de vermogensstanden van de ingeschakelde zones dimmen.
•
Selecteer met de – of + toets het gewenste vermogen.
•
Het ingestelde vermogen verschijnt in de display. Na een aantal seconden worden alle
vermogensstanden weer fel verlicht en de kookzone schakelt in.
Wanneer het symbool voor pandetectie knippert:
•
hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
•
is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
•
is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
▷
De plaat wordt niet warm totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.
▷
Het display wordt na 2 minuten automatisch uitgeschakeld als er geen geschikte pan op
de plaat wordt gezet.
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als deze gedurende 20 seconden
niet wordt gebruikt.
Let op!
Niet alle 4 zones kunnen tegelijk op een hoge stand (stand 9 of boost stand, afhankelijk
van het model) worden ingesteld. De 4 zones kunnen tegelijk maximaal op stand 8 of 9
(afhankelijk van het model) worden ingesteld. Indien een hogere stand gewenst is dient
eerst een andere zone in een lagere stand gezet te worden. Het toestel geeft dan een
pieptoon en het ingestelde vermogen in het display gaat knipperen. Stel dan de zone's
in op een lagere stand!
NL 12