Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Beheer Van De Leds Van De Toetsen; Inbedrijfstelling; Inbedrijfstelling Van Het Apparaat; Procedures Voor Kalibreren En Afstellen - Mitsubishi Electric s-MEXT 006-044 Installations, Bedienungs Und Wartungsanleitungen

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für s-MEXT 006-044:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 28
s-MEXT
[ESC]
[UP]
[DOWN]
[ENTER]
Met toetsencombinaties is het mogelijk om specifieke functies te activeren.
Toetsen
Naam
[ALARM
+ PRG +
UP]
+
+
[ALARM
+ PRG +
DOWN]
+
+
[ALARM
+ ESC]
+
[UP +
ENTER +
DOWN]
+
+
[ALARM
+ UP]
+
3.2.3

BEHEER VAN DE LEDS VAN DE TOETSEN

De leds van de toetsen gaan branden in de volgende gevallen.
Toets
Naam
[ALARM]
[PRG]
[ESC]
[UP]
[ENTER]
[DOWN]
4

INBEDRIJFSTELLING

4.1

INBEDRIJFSTELLING VAN HET APPARAAT

De eerste inbedrijfstelling moet uitgevoerd worden door de gespecialiseerde technicus en
hierbij moeten de installateur en de vakbekwame bediener aanwezig zijn.
De gespecialiseerde technicus test de installatie waarbij hij de controles, de instellingen en
de eerste inbedrijfstelling verricht op basis van de procedures en competenties die onder
zijn bevoegdheid vallen.
De vakbekwame bediener moet vragen aan de gespecialiseerde technicus stellen om
gedegen kennis te verwerven om de controle- en gebruiksactiviteiten te vervullen die onder
zijn bevoegdheid vallen.
4.2

PROCEDURES VOOR KALIBREREN EN AFSTELLEN

Tijdens de eerste inbedrijfstelling van het apparaat kunnen de werkingscontrolesystemen
gekalibreerd en afgesteld moeten worden.
UM_s-MEXT_01_Z_03_19_ML
Hiermee is het mogelijk om, als u zich in
de aanhefschermen bevindt, één niveau
in de boom van de schermen terug te
gaan of om naar het hoofdscherm terug
te gaan.
Hiermee is het mogelijk om in de
schermen te surfen en de waarden van
de besturingsparameters in te stellen.
Hiermee is het mogelijk om de
ingestelde gegevens te bevestigen.
Beschrijving
Hiermee kan het displaycontrast
verhoogd of verlaagd worden.
Hiermee kan het displaycontrast
verhoogd of verlaagd worden.
Als het toetsenbord gedeeld is, is het
hiermee mogelijk om de weergave van
de schermen en de parameters te
switchen tussen de units die in LAN
verbonden zijn.
Als deze toets 5 seconden lang
ingedrukt gehouden wordt is het hiermee
mogelijk om het LAN adres van de
gebruikersterminal in te stellen.
Als de gebruikersterminal geadresseerd
is op 0, is het hiermee mogelijk om het
LAN adres van de besturingskaart te
configureren.
Beschrijving
Continu in geval van alarm en
knipperend in geval van signalering.
Zodra de [ALARM] toets ingedrukt wordt
blijft de led constant branden.
Als er geen alarmen / signaleringen
actief zijn is de led uit.
Als de unit aan is (ventilatie ON).
Bij het aanzetten van de unit als er op
een willekeurige toets wordt gedrukt of
als er een alarm / signalering actief is.
Gaan uit na 3 minuten absolute
inactiviteit van het toetsenbord van de
gebruikersterminal.
Deze handelingen, waarvan hieronder de belangrijkste zijn vermeld, moeten verricht
worden door de gespecialiseerde technicus:
kalibratie van luchtstroom;
kalibratie van parameters koelcircuit;
kalibratie van bevochtiger (accessoire).
4.3
INBEDRIJFSTELLING
1.
Controle van vrije ruimten en veiligheidsafstanden.
2.
Controle en eventuele kalibratie van luchtstroom.
3.
Meting stroomverbruik ventilatoren.
4.
Controle VOEDINGSSPANNING: Controleren of de netspanning binnen +/- 10% van
de nominale waarde van het apparaat is.
5.
Controle DRAAIRICHTING VAN DE DRIEFASIGE MOTOREN (bouwgrootte F3): De
draairichting van de driefasige motoren controleren. Indien deze omgekeerd is
moeten er twee fases van de deurvergrendelingsschakelaar verwisseld worden. Een
omgekeerde draairichting kan vastgesteld worden aan abnormaal lawaai van de
ventilator.
6.
Controle FASE-ONBALANS: De fase-onbalans controleren die niet groter mag zijn
dan 2%. Indien nodig contact opnemen met het elektriciteitsbedrijf om het euvel te
verhelpen.
5

WIJZE VAN GEBRUIK

5.1
VOORSCHRIFTEN EN WAARSCHUWINGEN VOOR
GEBRUIK
Bij dagelijks gebruik van de installatie is de aanwezigheid van de bediener niet vereist: hij
hoeft alleen in actie te komen om periodieke controles verrichten, in geval van nood en om
de inbedrijfstellings- en voorziene stopfases te laten plaatsvinden.
Indien deze handelingen regelmatig en constant uitgevoerd worden is het mogelijk om
duurzame gunstige prestaties van het apparaat en de installatie te bereiken.
INFORMATIE
Niet-inachtneming van de procedures kan de oorzaak zijn van een
slechte werking van het apparaat en de installatie in zijn geheel en
kan aantasting tot gevolg hebben.
5.2

BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN

Hieronder worden de diverse bedieningselementen, de beschrijving en functie ervan
vermeld. Deze bedieningselementen zijn op de schakelkast aangebracht.
DEURVERGRENDELINGSSCHAKELAAR
Deurvergrendelingsschakelaar: hiermee wordt de stroomkring geopend en gesloten.
OFF stand (0) het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
ON stand (0) het apparaat wordt van stroom voorzien.
DISPLAY MICROPROCESSOR
Microprocessor: bestuurt het werkingsproces waarbij het mogelijk is om de parameters in te
stellen en de werkingsomstandigheden te monitoren.
Voor de werkingsdetails van het apparaat en de interfaces is de gebruikershandleiding
beschikbaar.
5.3

NOODSTOP

Rekening houdend met het feit dat er in het apparaat geen bewegende organen zijn die
rechtstreeks toegankelijk zijn is het niet nodig om een noodstopinrichting te installeren.
In ieder geval vermindert een dergelijke inrichting, indien deze is geïnstalleerd, het risico
niet gezien het feit dat de tijd om de noodstop te verkrijgen exact hetzelfde is als een
normale stopzetting die verkregen wordt met de hoofdschakelaare.
5.4

LANGDURIGE INACTIVITEIT VAN HET APPARAAT

Indien het apparaat lange tijd buiten bedrijf moet blijven (bijvoorbeeld seizoensgebonden
stilstand) moet de gespecialiseerde technicus de volgende handelingen verrichten:
dichtheidstest van het systeem
openen van de netscheider
5.5

INBEDRIJFSTELLING NA LANGDURIGE INACTIVITEIT

Alvorens het apparaat in bedrijf te stellen moeten alle onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
worden.
Bovendien moet de gespecialiseerde technicus ook de juiste controles, kalibraties en
inbedrijfsstellingsprocedure uitvoeren.
66
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING
Nederlands

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis