Filterinzet met schoon water of perslucht reinigen.
In omgekeerde volgorde weer in elkaar zetten.
Zeef in het beveiligingsblok reinigen.
Apparaat drukloos maken.
Wartelmoer lossen en slang verwijderen.
Zeef wegnemen.
Instructie: Zonodig schroef M8 ca. 5 mm inschroeven
en daarmee de zeef eruit trekken.
Zeef in water reinigen.
Zeef inschuiven.
Slang monteren.
Wartelmoer stevig aanspannen.
Filter aan de reinigingsmiddel-zuigslang reinigen
De reinigingsmiddelluchtinlaatleidingen eruit trek-
ken.
Filter in water reinigen en opnieuw plaatsen.
Olie vervangen
Opvangbak voor ongeveer 1 liter olie klaarstellen.
Aflaatschroef losdraaien.
Oude olie op milieuvriendelijke wijze verwijderen of bij
een geautoriseerde instantie indienen.
Aflaatschroef opnieuw aandraaien.
Langzaam olie bijvullen tot de MAX-markering.
Instructie: Luchtbellen moeten kunnen ontsnappen.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie Technische gege-
vens.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht startend appa-
raat en elektrische schok. Voor alle werkzaamheden
aan het apparaat moet het apparaat uitgeschakeld en
de netstekker uitgetrokken worden.
Controlelampje pomp
2x knipperen
–
Lek in het hogedruksysteem
Hogedruksysteem en aansluitingen op dichtheid
controleren.
3x knipperen
–
Watertekort na 2 minuten - pomp wordt uitgescha-
keld om droogloop te vermijden
Wateraansluiting controleren, toevoerleidingen
controleren.
4x knipperen
–
Fout relais opwarmingsproces
Apparaatschakelaar op „0/OFF" stellen.
Apparaat inschakelen.
–
Storing treedt opnieuw op.
Klantendienst contacteren.
Controlelampje Watertekort
–
Watertekort - opwarmingsproces wordt uitgescha-
keld
Wateraansluiting controleren, toevoerleidingen
controleren.
Controlelampje bedrijfsklaarheid gaat uit
–
Geen netspanning, zie "Apparaat loopt niet".
Controlelampje verwarming brandt
–
Verwarming
Controlelampje motor
2x knipperen
–
motor overbelast/oververhit
Apparaatschakelaar op „0/OFF" stellen.
Apparaat laten afkoelen.
Apparaat inschakelen.
–
Storing treedt opnieuw op.
Klantendienst contacteren.
3x knipperen
–
Fout in de spanningtoevoer.
Netaansluiting en netzekeringen controleren.
4x knipperen
–
Stroomopname te groot.
Netaansluiting en netzekeringen controleren.
Klantendienst contacteren.
Controlelampje boilerstoring
1x knipperen
–
Temperatuurbegrenzer is in werking gezet
Apparaatschakelaar op „0/OFF" stellen.
Apparaat laten afkoelen.
Apparaat inschakelen.
–
Storing treedt opnieuw op.
Klantendienst contacteren.
3x knipperen
–
Identificatie systeemonderhoud defect
Klantendienst contacteren.
4x knipperen
–
Temperatuursensor defect
Klantendienst contacteren.
Controlelampje Service
–
Service-interval
Servicewerkzaamheden uitvoeren.
Controlelampje systeemonderhoud brandt
Instructie: Verwarming is nog 5 uren mogelijk.
–
Fles systeemonderhoud is leeg.
Fles systeemonderhoud vervangen.
Controlelampje systeemonderhoud knippert
Instructie: Verwarming is niet meer mogelijk.
–
Fles systeemonderhoud is leeg.
Fles systeemonderhoud vervangen.
Apparaat draait niet
–
Geen netspanning
Spanningsaansluiting/toevoerleiding controleren.
Apparaat bouwt geen druk meer op
–
Lucht in het systeem
Pomp ontluchten:
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op „0" stellen.
Bij geopende handspuitpistool het apparaat met de
apparaatschakelaar meermaals in- en uitschakelen.
Druk-/volumeregeling van de pompeenheid bij een
geopend handspuitpistool open- en dichtdraaien.
Instructie: Door het demonteren van de hogedrukslang
van de hogedrukaansluiting wordt het ontluchten versneld.
Indien reinigingsmiddelreservoir leeg is, navullen.
Aansluitingen en leidingen controleren.
–
Druk is ingesteld op „MIN"
Druk op „MAX" stellen.
– 6
NL
45