INSTRUCTIES VOOR GAS CONVERSIE
Met de extra spruitstukken bouwt u uw gaskookplaat om van aardgas (G25 / 25 mbar) op propaan-/butaangas (G30 / 28-30
mbar) of op aardgas (G20 / 20 mbar). Controleer voordat u met ombouwen begint of uw gaskookplaat daadwerkelijk op
aardgas (G25 / 25 mbar) is ingesteld.
Let op:
Het uitvoeren van deze instructie door een niet bevoegd monteur kan leiden tot gevaarlijke situaties.
Inventum is niet aansprakelijk voor gevolgen (het ontstaan van een gevaarlijke situatie en/of schaden aan personen en
goederen) ontstaan door het foutief uitvoeren van deze instructie door gespecialiseerde monteurs. Gevolgschade ontstaan
door ondeskundig uitvoeren van deze instructie wordt niet gehonoreerd.
De extra spruitstukken zijn originele onderdelen. Originele onderdelen worden gekeurd op geschiktheid en veiligheid tijdens
de typekeuring van het toestel. Regelmatig uitgevoerde partijkeuringen garanderen de kwaliteit van originele onderdelen.
Inventum adviseert het ombouwen van een toestel naar een andere gassoort te laten uitvoeren door een gespecialiseerde
monteur.
Gereedschap
•
Lekspray en/of speciale drukmeter
•
Pijp- (of dopsleutel) 7
•
Schroevendraaier 2 mm (bladbreedte)
•
Houtbeitel - 2 cm (bladbreedte) en max. 1 mm dik (bladdikte).
Let op: Test het toestel na het ombouwen op gasdichtheid.
Vervang de volgende onderdelen:
•
spruitstukken voor de branders
DEMONTEREN
Voorkom beschadigingen van het werkblad.
Leg delen van het toestel op een beschermende ondergrond.
1.
Verwijder de pandragers, branderdeksels en branderkoppen.
2.
Verwijder de inspuiters uit de branders. Gebruik daarvoor pijpsleutel 7.
Gebruik een houtbeitel om de inspuiter van de wokbrander te verwijderen.
3.
Trek de bedieningsknoppen rechtstandig omhoog en verwijder deze.
OMBOUWEN
1.
Plaats de nieuwe inspuiters in de branders.
Gebruik daarvoor wederom pijpsleutel 7.
De waarden van de spruitstukken vindt u, ter verificatie, in de gastabel met
waarden voor inspuiters op pagina 14.
2.
Plaats de branderkoppen en sluit de kookplaat aan.
3.
Regel, met behulp van een kleine schroevendraaier, de kleinstand met de
spaarstandschroef. De spaarstandschroef bevindt zich in het gaskraanhuis.
De vangschaal hoeft dus niet verwijderd te worden. Ontsteek de brander, draai de
gaskraan naar 'kleinstand' en stel het vlambeeld bij. De vlammen moeten na het
afregelen een lengte hebben van ongeveer 4 mm.
Let op: de vlam mag in kleinstand niet uitwaaien. Na afstellen moet de vlam stabiel
zijn. Dat wil zeggen dat de brander niet uit mag waaien wanneer er bijvoorbeeld
met de hand voor gewapperd wordt.
4.
Plak het meegeleverde gegevensplaatje voor het zojuist ingestelde gastype
gedeeltelijk over de bestaande sticker op de onderbak van de gaskookplaat.
Waarschuwing!
Controle op gasdichtheid moet te allen tijde uitgevoerd worden voordat u het toestel in gebruik mag nemen!
CONTROLEREN OP GASDICHTHEID
Controleer de gasdichtheid met behulp van lekspray als het toestel is aangesloten op de gastoevoer:
1.
Dicht de inspuiter af.
2.
Open de gaskraan.
Let op; kranen met een thermische beveiliging indrukken, opendraaien en ingedrukt houden!
3.
Spuit lekspray rondom de inspuiter in de brander en controleer deze op gasdichtheid.
Controleer de gasdichtheid met een drukpomp als het toestel niet is aangesloten op de gastoevoer:
1.
Sluit de drukpomp aan op de gasleiding en sluit alle gaskranen.
2.
Verhoog de druk tot 150 mbar en sluit de kraan tussen drukpomp en drukmeter. Controleer de druk. Het drukverlies
mag maximaal 5 mbar per minuut bedragen. Open na controle de kraan tussen drukpomp en drukmeter.
3.
Draai één van de gaskranen open en sluit de bijbehorende inspuiter af.
Let op; kranen met een thermische beveiliging indrukken, opendraaien en ingedrukt houden!
spruitstuk
gasregelknop
gaskraan
afdichtring
spaarstandschroef
Nederlands
13
•