Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inbedrijfname / Buitenbedrijfstelling; Algemene Voorbereidingen En Controlemaatregelen - Wilo SiBoost Smart Einbau- Und Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SiBoost Smart:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Nederlands
• als veiligheidsmaatregel dient de drukverhogings-
installatie volgens de voorschriften (d.w.z. con-
form de plaatselijke voorschriften en
omstandigheden) geaard te worden. De daarvoor
bestemde aansluitingen zijn dienovereenkomstig
gemarkeerd (zie ook schakelschema).
GEVAAR! Levensgevaar!
Als veiligheidsmaatregel tegen gevaarlijke aan-
rakingsspanningen dient:
• bij installaties zonder frequentie-omvormer
(SC) een lekstroom-veiligheidsschakelaar
(FI-schakelaar) met een afschakelstroom van
30 mA resp.
• bij drukverhogingsinstallaties met frequentie-
omvormer (SC-FC of SCe) een alstroomgevoe-
lige lekstroom-veiligheidsschakelaar met een
afschakelstroom van 300 mA geïnstalleerd te
worden,
• de beschermingsklasse van de installatie en de
afzonderlijke componenten op de typeplaatjes
en /of de specificatiebladen te worden geraad-
pleegd,
• verdere maatregelen / instellingen enz. in de
inbouw- en bedieningsvoorschriften en het
schakelschema van het regelsysteem te worden
geraadpleegd.

8 Inbedrijfname / buitenbedrijfstelling

Wij adviseren de eerste inbedrijfname van de
installatie door de Wilo-servicedienst te laten
uitvoeren. Informeer u hierover bij de dealer, de
dichtstbijzijnde Wilo-vestiging of direct onze
centrale servicedienst.
8.1 Algemene voorbereidingen en
controlemaatregelen
• Voor de eerste keer inschakelen moet de lokale
bedrading worden gecontroleerd op correcte uit-
voering, vooral wat betreft de aarding,
• leidingen op spanningsvrijheid controleren,
• installatie vullen en door visuele controle op lek-
kage controleren,
• Afsluitarmaturen aan de pompen en in de aan-
zuig- en persleiding openen,
• Ontluchtingsschroeven van de pompen openen
en pompen langzaam vullen met water, zodat de
lucht volledig kan ontsnappen.
Voorzichtig! Gevaar voor materiële schade!
Pomp niet laten drooglopen. Droogloop bescha-
digt de mechanische afdichting van de pomp of
leidt tot overbelasting van de motor
• Tijdens het zuigbedrijf (d.w.z. negatief niveauver-
schil tussen breektank en pompen) dienen de
pomp en de aanzuigleiding via de opening van de
ontluchtingsschroef gevuld te worden (eventueel
een trechter gebruiken).
• Als een membraandrukvat (optioneel of toebeho-
ren) is geïnstalleerd, dient deze op correct inge-
stelde voorpersdruk (zie fig. 3 en 4) te worden
gecontroleerd
88
• Hiervoor:
• de tank aan de waterzijde drukloos maken
(doorstroomarmatuur sluiten (A, fig. 3, reste-
rend water via de afvoer voor het leegmaken
laten wegvloeien (B, fig. 3)),
• de gasdruk op het luchtventiel (boven,
beschermkap verwijderen) van het membraan-
drukvat controleren met een luchtdrukmeter
(C, fig. 3). Als de druk te laag is (PN2 = inscha-
keldruk van de pomp pmin min 0,2-0,5 bar resp.
waarde in de tabel op de tank (zie ook fig. 3))
corrigeren door het bijvullen van stikstof
(Wilo-servicedienst).
• Bij een te hoge druk stikstof laten ontsnappen
via het ventiel tot de vereiste waarde bereikt is.
• Beschermkap opnieuw aanbrengen,
• aftapventiel aan de doorstroomarmatuur sluiten
en doorstroomarmatuur openen.
• Als de installatiedruk groter is dan PN16, dienen
de vulvoorschriften voor het membraandrukvat
van de fabrikant conform de inbouw- en bedie-
ningsvoorschriften in acht genomen te worden,
GEVAAR! Levensgevaar!
Een te hoge voorpersdruk (stikstof) in het mem-
braandrukvat kan de tank beschadigen of ver-
nietigen, waardoor ook personen letsel kunnen
oplopen.
De veiligheidsmaatregelen voor de omgang met
drukvaten en technische gassen beslist in acht
nemen.
De drukgegevens in deze documentatie (fig. 5)
zijn aangegeven in bar(!). Bij het gebruik van
afwijkende drukmeetschalen moeten beslist de
omrekeningsregels in acht worden genomen!
• Bij indirecte aansluiting controleren of het water-
peil in de toevoertank voldoende is of bij directe
aansluiting controleren of de toevoerdruk vol-
doende is (min. toevoerdruk 1 bar)
• Correcte installatie van de juiste droogloopbevei-
liging (paragraaf 7.2.4),
• In de breektank vlotterschakelaar resp. elektroden
voor de droogloopbeveiliging zodanig positione-
ren dat de drukverhogingsinstallatie bij een mini-
maal waterpeil wordt uitgeschakeld (paragraaf
7.2.4),
• Controle van de draairichting bij pompen met
standaardmotor, zonder geïntegreerde frequen-
tie-omvormer (Helix-V): Door kort inschakelen
controleren of de draairichting van de pomp over-
eenkomt met de pijl op het pomphuis. Bij een ver-
keerde draairichting twee fasen verwisselen.
GEVAAR! Dodelijk letsel mogelijk!
Voor het verwisselen van de fasen hoofdscha-
kelaar van de installatie uitschakelen!
• Controleren of de motorbeveiligingsschakelaar in
het regelsysteem op de juiste nominale stroom
conform de gegevens op de motortypeplaatjes is
ingesteld.
• De pompen mogen slechts kort tegen de gesloten
afsluiter aan de perszijde draaien.
• Controle en instelling van de vereiste bedrijfspa-
rameters op het regelsysteem conform meegele-
verde inbouw- en bedieningsvoorschriften.
WILO SE 04/2013

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis