Instructies voor de vervan-
ging:
• Bedien het apparaat nooit zon-
der beveiliging.
• Zorg ervoor dat het toerental
dat vermeld is op het opzetstuk
gelijk of groter is dan het nomi-
nale onbelaste toerental van het
apparaat.
• Zorg ervoor dat de afmetingen
van het opzetstuk bij het ap-
paraat passen.
• Gebruik uitsluitend slijpschijven
in perfecte staat (geluidsproef:
als u met een plastic hamer op
de schijf slaat, hoort u een hel-
dere klank).
• Boor een te klein bevestigingsgat
van de slijpschijf niet achteraf
verder open.
• Gebruik geen gescheiden re-
duceerbussen of adapters om
slijpschijven met een groot gat
passend te maken.
• Gebruik geen zaagbladen.
• Om slijpwerktuigen te spannen,
mogen alleen de meegeleverde
spanflenzen worden gebruikt.
De tussenlagen tussen spanflens
en slijpwerktuigen moeten be-
staan uit elastische stoffen zoals
rubber, zacht karton enz.
• Zorg ervoor dat u na het wisse-
len van een opzetstuk het ap-
paraat weer volledig ineenzet.
Schakel het apparaat uit en trek de
netstekker uit het stopcontact. Laat
het apparaat afkoelen.
Draag tijdens het vervangen van
opzetstukken veiligheidshandschoe-
nen, om snijwonden te voorkomen.
De spanmoer mag niet te stevig
worden vastgedraaid, om te
voorkomen dat de schijf en moer
breken.
In- en uitschakelen
Zorg ervoor dat de spanning van
de elektrische aansluiting overeens-
temt met het typeplaatje op het
apparaat.
Sluit het apparaat aan op het elekt-
riciteitsnet.
1.
Om het apparaat in te schakelen,
drukt u op de inschakelbelemmering (
4). Druk op de aan/uit schakelaar
(
5).
2.
Als u het apparaat wilt uitschakelen
laat u de aan/uit schakelaar los. Het
apparaat wordt uitgeschakeld.
Wacht na het inschakelen tot het apparaat
het maximale toerental heeft bereikt. Begin
dan pas te slijpen.
Nadat u het apparaat hebt
uitgeschakeld, blijft het op-
zetstuk nog even nadraaien.
Er bestaat gevaar voor ver-
wondingen.
Proefrun:
Test het apparaat eerst zonder belasting,
voordat u er voor de eerste keer mee werkt
en telkens nadat u het opzetstuk hebt ver-
vangen. Schakel het apparaat onmiddellijk
uit wanneer het opzetstuk niet ronddraait,
wanneer aanzienlijke trillingen optreden
of wanneer abnormale geluiden te horen
zijn.
NL
BE
7 9