bevinden en er dichtbij. Raak niet gelijktijdig de elektrode-
tang en de massaklem aan.
2) De lasmachine in werking stellen door de positie I te se-
lecteren op de stroomschakelaar (Pos. 5, Fig. A).
3) Verricht de instellingen, selecteer de parameters op het
controlepaneel (voor nadere informatie naar het hoofdstuk
in de handleiding van het controlepaneel MX verwijzen).
4) Het lassen uitvoeren door de laspook in de nabijheid van
het te lassen stuk te brengen. Door de boog te ontsteken
(snel de elektrode tegen het metaal drukken en dan optil-
len) wordt het smelten veroorzaakt van de elektrode, de
bekleding ervan vormt een beschermingsslak. Vervolgens
verder doen met lassen door de elektrode van links naar
rechts te bewegen en door een hellingshoek te vormen van
circa 60° tegenover het metaal, afhankelijk van de lasrich-
ting.
SOLDEERDELEN
Het te soldeeren deel moet altijd met de grond verbonden zijn
om eventuele elektromagnetische uitstotingen te voorkomen.
Het is ook noodzakelijk op te letten dat de verbinding met de
grond van het te soldeeren deel niet de kans op ongelukken
van de gebruiker of beschadigingen van de elektrische appa-
ratuur vergroot. Wanneer het nodig is het te soldeeren deel
aan de grond te verbinden is het raadzaam een direkte ver-
binding te maken tussen het deel en het vloerputje. In de lan-
den waarin dit niet toegestaan is het te soldeeren deel aan de
FIG. B
FIG. C
grond verbinden met behulp van een condensator volgens de
van kracht zijnde normen.
SOLDEERINGSPARAMETERS
De tabel 3 geeft enige algemene aanwijzingen voor het kie-
zen van de elektrode voor wat berteft de te soldeeren dikte.
In de tabel zijn de te gebruiken stroomwaarden met de res-
pektievelijke elektroden voor het soldeeren van veelvoorko-
mende ijzers en verbindingen weergegeven. Deze gegevens
hebben geen absolute waarde maar zijn alleen ter orientatie;
voor een exacte keuze de aanwijzingen van de fabrikant van
elektroden opvolgen.
De te gebruiken stroom hangt af van de soldeeringsposities,
van het type verbindingsstuk en variert in toenemende mate
door de dikte en de afmetingen van het te soldeeren deel.
De waarde van de intensiteit van de te gebruiken stroom voor
de verschillende soldeertypen, binnen het reguleringsveld
weergegeven in tabel 4 is:
• Hoog voor soldeeren op vlakte, frontale vlaktes of verticaal
opklimmende vlaktes.
• Middelmatig voor de bovenhoofdse soldeeringen.
• Laag voor verticaal aflopend en voor het verenigen van delen
met geringe afmetingen die al voorverwarmd zijn.
Een vrij nauwkeurige aanwijzing van de middelmatige stroom
te gebruiken bij het soldeeren van elektroden voor normaal ij-
zer wordt gegeven door de volgende formule:
Waar:
I = intensitiet van de soldeerstroom
Øe = diameter van de elektrode
Voorbeeld:
Diameter elektrode 4 mm
I = 50 × (4 - 1) = 50 × 3 = 150A
TIG lassen
TIG lassen smelt het metaal van het te lassen stuk door gebruik
te maken van een boog ontstoken met een wolfram-elektode.
Het smeltbad en de elektrode zijn beschermd door het gas (Ar-
gon). Dit kan nuttig zijn om fijne staalplaten te lassen en wan-
neer een hoge kwaliteit vereist is.
1) Verbinding laskabel (Fig. C):
• De gasbuis aansluiten met het ene uiteinde aan de gas-
aanhechting geplaatst op de TIG pook DINSE en het
andere uiteinde aan de gasfles Argon en deze openen.
• Met machine uit:
- De aardingskabel verbinden aan de snelkoppeling
aangeduid met het symbool +(positief).
- De relatieve aardingsklem verbinden aan het te lassen
stuk of aan het werkstukhoudervlak in een zone die vrij
is van roest, verf, vet, enz.
- De vermogenkabel van de TIG pook verbinden aan de
snelkoppeling aangeduid met het symbool - (negatief).
2) De lasmachine in werking stellen door de positie I te se-
lecteren op de stroomschakelaar (Pos. 5, Fig. A).
3) Verricht de instellingen, selecteer de parameters op het
controlepaneel (voor nadere informatie naar het hoofdstuk
in de handleiding van het controlepaneel MX verwijzen).
FIG. D
30
I = 50 × (Øe - 1)