INSTALLATIE en MONTAGE VAN DE UITLOOP
INSTALLATIE (fig. A):
• De afstand tussen de aansluitpunten is zelden gelijk aan de tussenafstand van de kraan. Onze meegeleverde
excentrische koppelingen verhelpen dit probleem.
> Mengkranen geleverd met standaard koppelingen:
1. De koppelingen met schroefdraad 1/2" afdichten en vervolgens de s-koppelingen vastdraaien (1) zodat
een rechte hoek gevormd wordt tot de muur. Voorzie een verzegeling tussen de wateraansluiting en de
muurbekleding.
2. Plaats de s-koppelingen (1), vastgedraaid op de gewenste afstand, horizontaal. Zet vervolgens de
rozetten (2) op de s-kopplingen (1) met de hand vast tegen de muur.
> Mengkranen voorzien van STOP/LEEGLOOP koppelingen:
raadpleeg de gebruiksaanwijzing, bijgesloten bij de koppelingen.
Montage van de uitloop (fig. B):
Kraan geleverd met 1 wegwerpbare uitloop, te vervolledigen naar keuze met 2 messing uitlopen
(ref 20002), 15 wegwerpbare uitlopen (ref 20015) of 10 filteruitlopen (ref 20040 of 30040).
• Messing uitloop en filteruiloop: Om de uitloop los te maken, deze een kwartslag naar rechts draaien
(1) en daarna naar buiten trekken (2).
Om terug te plaatsen de omgekeerde handeling uitvoeren.
• Wegwerpuitloop: Om de uitloop los te maken, deze naar buiten trekken.
ALGEMENE & TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
• Vooringesteld op 38°C, met een temperatuursverschil van 50°C tussen het koud en warm water.
• Regelbaarheid gemengd water: van koud water tot 41°C. Temperatuursbegrenzing op 41°C.
• Maximumtemperatuur warm water: 85°C.
• Min/max druk: 0,5 tot 5 Bar (aanbevolen druk: 3 Bar).Drukverschil op de ingangen: maximum 1 bar.
• Veiligheid:
In geval van plotse onderbreking van de koud watertoevoer en indien een watertemperatuur van minder
dan 42°C werd gekozen, wordt het warm waterdebiet afgesloten (reactietijd 2 seconden).
Deze thermische veiligheid is actief bij een verschil van meer dan 15°C tussen het warm en gemengd water.
• Debiet: beperkt op 9 l/min bij 3 bar, 7 l/min bij 1 bar.
• De filters en de terugslagkleppen bij de toevoer van de mengkraan beschermen de thermostaat en
voorkomen elke terugstroom in de leidingen.
TEMPERATUURSINSTELLING (fig. C)
Onze mengkranen worden in de fabriek bij 3 bar druk afgeregeld met een gelijke warm water- en koud
waterdruk, een warm watertemperatuur van 65°C +/- 5°C en een koud watertemperatuur van 15°C
+/-5°C afgeregeld. Indien de gebruiksomstandigheden hiervan afwijken, kan de temperatuur van het
gemengd water verschillen van de temperatuur aangeduid op de greep (38°C). U dient vervolgens de
greep opnieuw op de juiste temperatuur in te stellen:
• Laat het water lopen en meet de temperatuur met behulp van een thermometer (3).
• Maak de schroef (4) d.m.v. inbussleutel 2,5 los zonder ze te verwijderen en maak de draaiknop los.
• Draai de stang (5) naar rechts voor een hogere temperatuur en naar links voor een lagere temperatuur
(verdraai 15° voor 1°C temperatuursverschil).
• Plaats de draaiknop terug en controleer of de temperatuursbegrenzer niet voorbij de 41°C gaat.
• In positie gemengd water 41°C, dient de hendel horizontaal te staan (om contact met de muur te vermijden
in positie koud water).
NL