PROGRAMMEERBARE EXTRA FUNCTIES VAN DE CONTROLEDOOS
FUNKTIE NAVENTILATIE (t6)
De naventilatie is een functie waardoor de luchtventilatie ook nadat de brander uitgegaan is, door blijft gaan.
De brander gaat uit bij het openen van de limietthermostaat (TL) waardoor de brandstoftoevoer van de klep-
pen verbroken wordt. Om deze functie te gebruiken moet u de ontgrendelingsknop gebruiken wanneer de
limietthermostaat (TL) niet omgeschakeld is (brander uit).
De naventilatietijd kan ingesteld worden op maximaal 6 minuten, door als volgt te werk te gaan:
®
Druk de ontgrendelingsknop minstens 5 seconden lang in, totdat de led rood wordt.
Stel de gewenste tijd in door de knop meer dan 1 maal in te drukken: 1 maal = 1 minuut naventilatie.
®
Na 5 seconden geeft de controledoos automatisch de ingestelde minuten aan door middel van het knipperen
®
van de rode led: 1 knippering = 1 minuut naventilatie.
Om deze functie te resetten moet u de knop 5 seconden lang indrukken totdat de signalisatieled rood wordt en dan
loslaten zonder verder iets te doen, wacht dan minstens 20 seconden alvorens de brander weer te laten starten.
Als er gedurende de naventilatie opnieuw een verzoek om warmte komt, dan wordt, bij de omschakeling van de
limietthermostaat ( TL ), de naventilatietijd onderbroken en begint er een nieuwe werkingscyclus van de brander.
Als er tijdens de naventilatie vreemd licht aanwezig is, dan vergrendelt de brander na 30 seconden.
De controledoos verlaat de fabriek met de volgende instelling: 0 minuten = geen naventilatie .
CONTINUE VENTILATIE (alleen voor voorziene toepassingen)
De continue ventilatie is een functie waardoor de luchtventilatie behouden wordt onafhankelijk van het verzoek
om ontsteking van de brander. Vanaf het moment dat dit ingesteld wordt, blijft de motor in werking, zowel wan-
neer de limietthermostaat (TL) niet omgeschakeld is (brander uit), als wanneer de brander vergrendeld is.
Alleen als de limietthermostaat (TL) omschakelt, stopt de motor gedurende een wachttijd van 4 seconden
(wachtpositie = t2 + t1).
Deze functie kan ingesteld worden met de ontgrendelingsknop wanneer de limietthermostaat (TL) niet
omgeschakeld is (brander uit), volgens de procedure van paragraaf "functie naventilatie∆ door de knop
7 maal in te drukken = continue ventilatie.
Om deze functie te resetten moet u de knop 5 seconden lang indrukken totdat de led rood wordt en dan loslaten
zonder verder iets te doen, wacht dan minstens 20 seconden alvorens de brander weer te laten starten.
Als bij het omschakelen van de limietthermostaat (TL) vreemd licht aanwezig is, dan stopt de motor gedurende
de hele tijd dat het vreemde licht aanwezig is gevolgd door vergrendeling.
De controledoos verlaat de fabriek met de volgende instelling: 0 minuten = geen continue ventilatie.
LANGE VOORVENTILATIE (t7)
Met de lange voorventilatie kan de luchtventilatie vanaf de omschakeling van de limietthermostaat (TL) tot
de ontsteking van de vlam tot 2 minuten verlengd worden. De functie kan ingesteld worden met de ontgren-
delingsknop wanneer de limietthermostaat (TL) niet omgeschakeld is (brander uit), volgens de procedure
van paragraaf ≈ functie naventilatie∆ door de knop 8 maal in te drukken = lange voorventilatie.
Om deze functie te resetten moet u de knop 5 seconden lang indrukken totdat de signalisatieled rood wordt en
dan loslaten zonder verder iets te doen, wacht dan minstens 20 seconden alvorens de brander weer te laten
starten. De controledoos verlaat de fabriek met de volgende instelling: 0 minuten = geen lange voorventilatie.
PROCEDURE VOOR HET INSTELLEN VAN DE FUNCTIES MET DE ONTGRENDELINGSKNOP
Functie
controledoos
Ontgrendeling
Visuele diagnose van de oorzaken
van vergrendeling
Naventilatie
Continue ventilatie (alleen voor
voorziene toepassingen)
Lange voorventilatie
Reset van de ingestelde functies
Reset werkingsparameters
3232
Activiteiten op knop
voor ontgrendeling
1 ÷ 2 seconden
3 seconden
5 seconden dan
1 maal indrukken = 1 minuut
5 seconden dan
7 maal indrukken = continue ventilatie
5 seconden dan
8 maal indrukken = lange voorventilatie
5 seconden
5 seconden
7
NL
Staat van mogelijk gebruik
van de ontgrendelingsknop
N a v e r g r e n d e l i n g v a n d e
controledoos
N a v e r g r e n d e l i n g v a n d e
controledoos
Bij niet omgeschakelde limietther-
mostaat (TL) (brander uit)
Bij niet omgeschakelde limietther-
mostaat (TL) (brander uit)
Bij niet omgeschakelde limietther-
mostaat (TL) (brander uit)
Bij niet omgeschakelde limietther-
mostaat ( TL ) (brander uit)
Bij omgeschakelde limietthermo-
staat (TL) tijdens de voorventilatie