• De borgmoer (5) stevig vastdraaien.
• Bij warm weer breidt de ketting zich uit en zit dan
soepeler. Hier bestaat dan het gevaar dat de ket-
ting van de geleidingsrail afloopt.
• Daarom moet zij indien nodig op tijd worden vastgezet.
Wanneer een verwarmde zaagketting werd vastge-
zet, moet zij aan het einde van het werk weer los
worden gemaakt. Anders zou de kettingspanning
bij het afkoelen en het daarmee verbonden inkrim-
pen van de zaagketting te groot worden.
• Een nieuwe zaagketting moet ongeveer 5 minuten
inlopen. Hier is de smering van de ketting bijzon-
ders belangrijk.
• Na het inlopen moet de kettingspanning worden
gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld.
9. Aanwijzingen voor het werk
Vervoer van de kettingzaag
Voordat de kettingzaag mag worden vervoerd, al-
tijd de stekker uit het stopcontact trekken en de ket-
tingbescherming over de rail en ketting aanbrengen.
Wanneer met de kettingzaag meerdere sneden die-
nen te worden uitgevoerd, moet de zaag tussen de
sneden worden uitgeschakeld.
Verlengkabel
Er mogen alleen verlengkabels worden gebruikt die
voor buitenshuis gebruik zijn ontworpen. De kabeldoor-
snede (max. lengte van de verlengkabel: 75 m) moet
minstens 2,5 mm² bedragen. De verlengkabel moet
voor de veiligheid in een lus eindigen die door de trek-
ontlasting aan de behuizing wordt gevoerd (afb. M).
Verlengkabels van meer dan 30 m lengte hebben een
nadelig effect op het vermogen van de kettingzaag.
Smeren van de ketting
Ter bescherming tegen overmatige slijtage moe-
ten zaagketting en geleidingsrail tijdens het gebruik
gelijkmatig worden gesmeerd. De smering gebeurt
automatisch. Nooit zonder kettingsmering werken.
Wanneer de ketting droog loopt, wordt de gehele snij-
voorziening binnen korte tijd sterk beschadigd.
Daarom voor elk werkbegin de kettingsmering en het
oliepeil controleren (afb. 4).
De zaag niet in gebruik nemen wanneer het oliepeil
onder de markering "Min." ligt.
• Min.: Wanneer het oliepeil op de display (15) nog
maar 5 mm boven de onderste markering ligt, moet
olie worden bijgevuld.
• Max.: Met olie aanvullen tot de hoogste stand op de
display (15) bereikt is.
Kettingsmeermiddel
De houdbaarheid van zaagketting en geleidings-
rail wordt grotendeels ook bepaald door de kwaliteit
van het gebruikte smeermiddel. Geen afgewerkte
olie gebruiken! Alleen milieuvriendelijk smeermid-
del gebruiken. Het kettingsmeermiddel mag alleen in
opbergboxen worden bewaard die aan de relevante
voorschriften voldoen.
Zwaard
Het zwaard (7) wordt bijzonders op de punt (neus) en
beneden zwaar belast. Om een eenzijdige slijtage te
vermijden, draai de geleidingsrail om wanneer u de
ketting slijpt.
Tandwiel
Het tandwiel (16) wordt bijzonders hoog belast. Wan-
neer u aan de tanden diepe slijtagesporen vindt, moet
het tandwiel worden vervangen. Een versleten tand-
wiel verkort de houdbaarheid van de zaagketting. Het
vervangen van het tandwiel moet bij de vakhandel of
door een gespecialiseerd bedrijf worden uitgevoerd.
Kettingbescherming
De kettingbescherming moet onmiddellijk na het
einde van het werk en bij vervoer over de ketting en
geleidingsrail worden aangebracht.
Kettingrem
Bij een terugslag van de zaag wordt de kettingrem
in werking gesteld (3) over de voorste handbescher-
ming (3). De voorste handbescherming (3) wordt met
de handrug naar voren gedrukt. Daardoor wordt door
de kettingrem de kettingzaag, ofwel de motor binnen
0,15 sec. tot stilstand gebracht. (afb. 5, H).
Kettingrem vrijgeven (afb. 5)
Om de zaag weer gebruiksklaar te maken, moet de
blokkering van de zaagketting weer worden losge-
maakt. Daarvoor eerst de kettingzaag uitschakelen.
Dan de voorste handbescherming (3) in zijn verticale
uitgangspositie terugklappen, totdat hij vastklikt (afb.
5, I). Daarmee is de kettingrem weer volledig functi-
oneel.
Bescherming van de kettingzaag
De kettingzaag mag niet bij regen of onder vochtige
omstandigheden worden gebruikt.
Waarschuwing: Wanneer het verlengkabel bescha-
digd is, onmiddellijk de stekker uit het stopcontact
trekken. Er mag niet worden gewerkt met een be-
schadigde kabel.
• Controleer de kettingzaag op schade. Voor herge-
bruik van het apparaat de beschermvoorzieningen of
eventuele licht beschadigde onderdelen zorgvuldig
op hun perfecte en doelmatige functie controleren.
• Controleer de beweegbare onderdelen op goede
werking.
• Alle onderdelen moeten juist zijn gemonteerd en
aan alle voorwaarden voldoen, om de perfecte
werking van de kettingzaag te garanderen.
• Beschadigde veiligheidsvoorzieningen en -onder-
delen moeten door een gespecialiseerd bedrijf
volgens de voorschriften worden gerepareerd of
vervangen; tenzij andersluidende bepalingen kun-
nen worden gevonden in deze gebruiksaanwijzing.
NL
57