ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN HET APPARAAT
Volg de volgende regels voor de uitvoering van de elektrische installatie van de lastscheider:
• Gebruik geïsoleerde aansluitklemmen voor de aansluiting op de klemmen van de lastscheider.
• Gebruik kabels met gepaste doorsnede en zo kort mogelijk.
• De elektrische aansluitingen moeten uitgevoerd worden overeenkomstig de plaatselijke normen inzake elektri-
sche installaties.
LET OP: vooraleer de aansluiting op de batterijen uit te voeren, controleer aandachtig de polen.
LET OP: vooraleer de kabels los te koppelen van of aan te koppelen op de elektrische klemmen van de
lastscheider, controleer of de kabels niet onder spanning staan.
LET OP: het gebruik van kabels met een ongepaste doorsnede en de verkeerde aansluiting van de klem-
men of de elektrische verbindingen kunnen aanleiding geven tot een gevaarlijke oververhitting van de
aansluitklemmen en kabels.
Hierna worden de minimale doorsneden voor de kabels opgegeven:
Stroom
0 ÷ 40 A
40 ÷ 80 A
80 ÷120 A
(1)
Bedrijfstemperatuur kabel 70°C
DCS - REV001A
Minimale doorsnede kabel
25 mm
2
(AWG 3 )
35 mm
2
(AWG 2)
50 mm
2
(AWG 0)
(1)
(1)
(1)
INSTALLATIE
NL
33