TEMPERATUURAFHANKELIJKE
AANPASSING VAN
DE LAADSPANNING
De laadspanning wordt door de lader automatisch op de
voor de omgevingstemperatuur juiste waarde ingesteld.
Als standaardwaarde voor de omgevingstemperatuur
is 25 °C genomen. Bij een hogere temperatuur wordt
de spanning verlaagd en bij een lagere temperatuur
verhoogd. De exacte aanpassingswaarde bedraagt
±0,03 V/°C. De maximale temperatuuraangepaste
laadspanning is 15,3 V.
14,7V-TOETS
Als op de 14,7V-toets wordt gedrukt, ligt de
aanvangslaadstroom
standaardwaarde 14,4 V (zie afb. D, pagina 4). Als
u een AGM- of EFB-accu hebt, kunt u bovendien op
de 14,7V-toets drukken. Gelaccu's mogen niet met
14,7 V worden geladen omdat dit de levensduur
van de accu nadelig kan beïnvloeden. Houd u voor
alle andere accu's aan de door de accufabrikant
gespecificeerde maximale laadspanning.
VOEDINGSFUNCTIE
Wanneer de lader is uitgeschakeld, houdt u de toets
ingedrukt tot de leds achtereenvolgens van beneden
naar boven knipperen. De lader bevindt zich nu in
de voedingsmodus. In deze modus heeft de lader
een voeding van 13,7 V en maximaal 25 A. Als bij
aansluiting in deze modus een kortsluiting ontstaat,
wordt de lader in de foutmodus geschakeld. In dit
geval moet op de aan/uit-knop worden gedrukt om
de lader uit te schakelen. Vervolgens moet de lader
opnieuw worden ingeschakeld (ga naar de lader- of
voedingsmodus).
VOORBEREIDING
Instructie
Lees voor elk gebruik de veiligheidsvoorschriften en
handel dienovereenkomstig. Een onjuiste installatie
kan tot lichamelijk letsel en materiële schade leiden.
Neem bij vragen contact op met een WÜRTH-
vestiging, uw WÜRTH-buitendienstmedewerker of
een door WÜRTH geautoriseerd servicepoint.
Controleer de accu eerst op interne en externe
schade. Volg hierbij de instructies van de
0,3
V
hoger
dan
accufabrikant. Bij herkenbare schade mag u de
accu in geen geval opladen, maar moet u deze
door een nieuwe vervangen. Controleer bij accu's
die niet onderhoudsvrij zijn vóór het laden of het
elektrolytpeil correct is. Vul gedestilleerd water bij
als dit nodig is. Reinig de aansluitpunten grondig
voordat u de klemmen aansluit.
APPARAAT AANSLUITEN
Sluit eerst de rode +klem op de pluspool van de
accu of het laadpunt dat door de voertuigfabrikant
wordt aangegeven aan. (Zie afb. A, pagina 4.)
Sluit de zwarte -klem op een geschikte
massa-aansluiting of het laadpunt dat door
de voertuigfabrikant wordt aangegeven aan.
(Zie afb. A, pagina 4.)
de
Steek de stekker van de stroomkabel in het
stopcontact. (Zie afb. B, pagina 4.)
Druk op de aan-toets en als u een AGM-/EFB-
accu hebt ook nog op de 14,7V-toets. (Zie afb. C
en D, pagina 4.)
NA HET LADEN
Druk op de uit-toets en verwijder vervolgens eerst de
zwarte -klem en daarna de rode +klem. Trek de stekker
van de stroomkabel uit het stopcontact. Rol de kabel
netjes op en bewaar de lader op een veilige plek.
ONDERHOUD
Het filter bij de luchtinlaat moet regelmatig
worden geïnspecteerd en gereinigd. Verwijder
bovenaan het filterinzetstuk de schroef waarmee
het inzetstuk aan de lader is bevestigd (zie afb. I,
pagina 5). Het filter zit in het onderste afdekkapje
(zie afb. III, pagina 5). Voor maximale veiligheid
moeten alle accu's minstens één keer per maand
worden gecontroleerd. Door het laadproces wordt
gewaarborgd dat de accu's volledig geladen blijven
zonder dat meer water wordt verbruikt dan door de
normale verdamping.
Voor dit Würth-apparaat bieden wij vanaf
de aankoopdatum (op basis van factuur of
leveringsbon) een garantie conform de wettelijke/
landspecifieke bepalingen.
GARANTIE
33