Bediening; Belangrijke Aanwijzing - Scheppach CSP2540 Original Bedienungsanleitung

GEBRUIK NOOIT AFGEWERKTE OLIE!
Afgewerkte olie is zeer gevaarlijk voor het milieu! Af-
gewerkte olie bevat een hoog gehalte aan stoffen
waarvan de carcinogene effecten zijn aangetoond.
Verontreinigingen in de afgewerkte olie leiden tot ern-
stige slijtage van de oliepomp en de zaag. De garan-
tie vervalt bij schade die door het gebruik van afge-
werkte olie of ongeschikte kettingzaagolie is veroor-
zaakt . Uw leverancier zal u informeren over omgang
met en het gebruik van kettingzaagolie.
7.9 Tanken (afb. 13)
NEEM BESLIST DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIF-
TEN IN ACHT!
Wees uiterst behoedzaam en voorzichtig in het om-
gaan met brandstoffen.
• Uitsluitend bij uitgeschakelde motor!
• Omgeving van het vulbereik goed schoonmaken,
zodat er geen vuil in het brandstofmengsel of in de
olietank terechtkomt.
• Schroef de tankdop los en vul brandstofmengsel
resp. kettingzaagolie bij tot aan de onderkant van
de vulpijp.
• Vul voorzichtig bij om geen brandstofmengsel of
kettingzaagolie te morgen.
• Tankdop weer tot aan de aanslag vastschroeven.
Tankdop en omgeving na het tanken reinigen en
op dichtheid controleren!
Smering van de zaagketting
Om de zaagketting goed te smeren, moet er altijd vol-
doende kettingzaagolie in de tank zijn. De inhoud van
de tank is toereikend voor circa een half uur conti-
nubedrijf. Controleer tijdens het werk of er voldoen-
de kettingolie in de tank aanwezig is. Vul zo nodig bij.
Uitsluitend bij uitgeschakelde motor!
Kettingsmering instellen (afb. 14)
Uitsluitend bij uitgeschakelde motor!
De olietoevoer is instelbaar met de stelschroef (J).
De toevoerhoeveelheid kan met het montagegereed-
schap (23) worden gewijzigd.
Om de oliepomp probleemloos te laten functioneren,
moeten de oliegeleidingsgroef op het carter (K) en de
olietoevoeropeningen (L) in het zaagblad regelmatig
worden gereinigd (afb. 15).
Kettingsmering controleren
Gebruik de zaag nooit als de kettingsmering ontoe-
reikend is. Hierdoor wordt de levensduur van de zaag
verkort! Controleer de oliehoeveelheid in de tank en
de olietoevoer. De olietoevoer kan op de volgende
wijze worden gecontroleerd:
• Start de kettingzaag.
264 | NL
 www.scheppach.com /  service@scheppach.com /  +(49)-08223-4002-99 /  +(49)-08223-4002-58
• Houd de draaiende zaagketting ongeveer 15 cm
boven een boomstronk of de grond (kies een ge-
schikte ondergrond).
Als de smering voldoende is, vormt zich een olie-
spoor door de wegspattende olie. Let op de windrich-
ting en voorkom dat u onnodig wordt blootgesteld aan
de smeerolienevel!
AANWIJZING:
Na buitenbedrijfstelling van het apparaat is het nor-
maal dat er nog enige tijd een beetje kettingolie vrij-
komt die in het olieleidingsysteem en op het zaagblad
en de ketting aanwezig was. Er is hier geen sprake
van een defect! Gebruik een geschikte ondergrond!

8. Bediening

8.1 Motor starten (afb. 16)
De kettingzaag mag pas worden gestart als deze
volledig is gemonteerd en gecontroleerd!
• Neem minimaal 3 meter afstand van de plek waar
u hebt bijgevuld.
• Ga stevig staan en plaats de kettingzaag zo op de
grond dat de zaag vrij is.
• Schakel de kettingrem (3) in (blokkeren).
• Pak de achterste handgreep (6) stevig vast met één
hand en druk de kettingzaag stevig op de grond ter-
wijl u licht met uw knie op de achterste handgreep
drukt.
BELANGRIJKE AANWIJZING: De chokehendel
(14) is aan de gashendel (5) gekoppeld. Deze springt
in de uitgangspositie zodra de gashendel (5) wordt in-
gedrukt. Als de gashendel (5) wordt ingedrukt voor-
dat de motor start, moet de chokehendel (14) op-
nieuw naar de juiste positie worden gedraaid.
Koude start (afb. 17.1/17.2)
• Bedien de brandstofpomp (4) door deze meermaals
in te drukken tot brandstof in de pomp zichtbaar is.
• Druk de START/STOP-schakelaar (15) in de rich-
ting van de pijl naar voren (afb. 17.1).
• Trek de chokehendel (5) omhoog. Hierbij wordt de
halfgas-vergrendeling geactiveerd (afb. 18.2).
• Trek langzaam aan de startergreep (8) totdat u
weerstand voelt (de zuiger bevindt zich voor het bo-
venste dode punt).
Trek nu snel en krachtig verder totdat u hoort
dat de motor start.
LET OP! Trek het starterkoord niet meer dan ca.
50 cm uit en voer het langzaam met de hand terug.
Voor een geslaagde start is het belangrijk om het
starterkoord snel en krachtig aan te trekken.