3
Installatie
3
Installatie
GEVAAR:
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan
kan een elektrische schok veroorzaken.
▶ Voor de installatie van dit product: warmteproducent en
alle andere BUS-deelnemers over alle polen losmaken van
de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: breng de afdekking aan
( afb. 20 aan het einde van het document).
3.1
Voorbereiding voor installatie in de cv-ketel
▶ Via de installatiehandleiding van de warmteproducent con-
troleren, of deze de mogelijkheid biedt, een module (bij-
voorbeeld EM100) in de warmteproducent te installeren.
▶ Wanneer de module zonder rail in de warmteproducent kan
worden geïnstalleerd, de module voorbereiden
( afbeelding 8 en 9 aan het einde van het document).
3.2
Installatieplaatsen
▶ De module aan een wand ( afbeelding 10 en 11 aan het
einde van het document), aan een rail ( afbeelding 12
aan het einde van het document), in een bouwgroep of in de
warmteproducent installeren.
▶ Respecteer de handleiding bij montage van de module in
een cv-ketel.
▶ Verwijder de module van de rail
( afb. 13 aan einde document).
3.3
Installatie van een temperatuursensor op
de evenwichtsfles, of achter de
warmtewisselaar
De evenwichtsflestemperatuursensor T0 moet met prioriteit
met de EM100 worden verbonden. Bij cv-ketels met EMS plus
kan de sensor ook op het toestel of een MM100 worden aange-
sloten.
Installatie op de evenwichtsfles
( afbeelding 23 en 25 aan het einde van het document)
Positie temperatuursensor aanvoer (T0):
24
A
T0
ϑ
1
1
2
ϑ
ϑ
2
Afb. 3
Positie aanvoertemperatuursensor (T0)
[1] Alle warmtebronnen
[2] Alle cv-circuits
A
Evenwichtsfles model 1
B
Evenwichtsfles model 2
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle
1
warmtebronnen
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle
2
warmtebronnen
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle
3
cv-circuits
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle
4
cv-circuits
T0
Temperatuursensor aanvoer op de evenwichtsfles
T0 moet zodanig worden geplaatst, dat
het debiet aan de zijde van alle warmteproducenten [1] wordt
geregistreerd. Alleen zo kan de regeling ook bij kleine belastin-
gen stabiel werken.
Voor een optimaal regelgedrag, moet er aan alle zijden van de
temperatuursensor stroming zijn. Dit kan worden bereikt door
een combinatie van een T-stuk, een kraanverlenging en een
sensorset.
Geoptimaliseerde sensormontage achter de
warmtewisselaar
De temperatuursensor (T0) moet op de aanvoer naar de warm-
tewisselaar aan de secundaire zijde (vochtsensor) worden ge-
monteerd ( afbeelding 24 aan het einde van het document).
Voor een geoptimaliseerde sensormontage achter de warmte-
wisselaar bestaan er twee mogelijkheden ( positie [1] met
hoekschroefverbinding en positie [2], Afb. 4 "Geoptimali-
seerde sensormontage"):
EM100 – 6720891034 (2019/04)
B
ϑ
3
ϑ
1
1
ϑ
4
2
0 010 013 230-001
onafhankelijk van
3
T0
ϑ
3
2
ϑ
4