Foutcode
Als sommige parameters niet correct zijn, zal de controle-
eenheid de geactiveerde functies uitschakelen en wordt
de overeenkomstige foutcode weergegeven op het dis-
play. Raadpleeg "Problemen oplossen".
Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator auto-
matisch ingeschakeld om de oppervlakken van het appa-
raat koel te houden. Als u het apparaat uitschakelt, blijft
de koelventilator werken tot de oven is afgekoeld.
Nuttige aanwijzingen en tips
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
• Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel de inzetni-
veaus vanaf de bodem van het apparaat.
• U kunt op 2 niveaus tegelijk gerechten bereiden. Plaats
de roosters op niveau 1 en 3.
• Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht
circuleert en voordurend de stoom recycled. Dankzij
dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in
een stoom bevattende atmosfeer en worden de ge-
rechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bo-
vendien worden de bereidingstijd en het energiever-
bruik tot een minimum beperkt.
• Vocht kan in het apparaat of op de glazen deuren con-
denseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van
het apparaat als u de deur van het apparaat opent tij-
dens de werking van het apparaat. Om de condens te
verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten
voorverwarmen.
• Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.
• Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het
apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie als u
kookt. Dit kan de bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
Taarten bakken
• De beste temperatuur voor het bakken van taarten is
tussen de 150 °C en 200 °C.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on-
juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder-
delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die in-
dien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de tem-
peratuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
• Verwarm de oven ongeveer 10 minuten voor.
• Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de
ingestelde baktijd is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijk gebruikt, houd dan één
niveau vrij tussen de platen.
Vlees en vis bereiden
• Bereid geen vlees met een gewicht van minder dan 1
kg. Het bereiden van te kleine hoeveelheden maakt het
vlees droog.
• Om rood vlees van buiten goed gaar en van binnen
sappig te houden, stelt u de temperatuur in tussen de
200 °C-250 °C.
• Voor wit vlees, gevogelte en vis dient u de temperatuur
tussen de 150°C-175°C in te stellen.
• Gebruik een lekbak voor zeer vet voedsel, om te voor-
komen dat er vlekken op de oven komen die mogelijk
permanent zijn.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u
het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet wegloopt.
• Giet een beetje water in de lekbak om te veel rookvor-
ming in de oven te voorkomen tijdens roosteren. Om
rookcondensatie te voorkomen dient u telkens een
beetje water toe te voegen als dit opgedroogd is.
63