1. Controleer of de printer aan staat, of er papier in de
printer is geplaatst en of er geen foutmelding op de
printer wordt weergegeven.
2. Zet de camera uit en
sluit de camera en de
printer op elkaar aan
met de bij de camera
geleverde USB-kabel.
3. Zet de camera aan.
4. Als de camera met de
printer is verbonden,
wordt een opname
weergegeven op het LCD-scherm. Selecteer met
de opname die u wilt afdrukken.
5. Druk op
.
6. Selecteer in het menu Afdrukopties de optie Deze
opname nu afdrukken om te beginnen met
afdrukken.
Op het LCD-scherm wordt
te geven dat de opname wordt afgedrukt.
7. Koppel de camera los van de computer als de
opname is afgedrukt.
Informatie over andere afdrukopties vindt u in de
elektronische gebruikershandleiding of in de Camera
Help. Deze optie bevindt zich in alle menu's.
Opnames overbrengen en afdrukken
weergegeven om aan
19