5.4
Inbedrijfstelling:
Zorg er vóór de inbedrijfstelling voor dat er zich geen enkel storend voorwerp bevindt op de
bewegende onderdelen van de machine.
Raadpleeg het hoofdstuk "Gebruik" voor informatie over het gebruik van de machine.
5.5
Gevaar:
Als er gevaar is voor de gebruiker of voor de machine, moet u de hoofdschakelaar gebruiken om de
stroomtoevoer naar de machine te onderbreken.
Haal de stekker uit het stopcontact vooraleer u onderhoud uitvoert.
Raak het blad niet aan, ook niet als het stilstaat.
Het blad mag alleen worden vervangen door uw erkende verdeler.
Draag altijd snijbestendige veiligheidshandschoenen tijdens de vervanging van het blad of tijdens
een handeling in de buurt van het blad.
Elk onderhoud of vervanging van een onderdeel moet door een bevoegde persoon worden
uitgevoerd.
6
BEDIENINGS- EN VEILIGHEIDSPANEEL
6.1
Bedieningspaneel:
Uw snijmachine is standaard uitgerust met een noodstopknop (fig.1, n°5).
Bepaalde machines zijn uitgerust met een digitaal scherm (fig.6) (MRK – MRK ETL – MRF – MRL –
MRL ETL – MRM – MRC) waarmee u de volgende zaken kunt doen:
-
Het scherm van de machine inschakelen (fig.6, n°24).
-
Het scherm van de machine uitschakelen (fig.6, n°26).
-
De snijteller op nul zetten voor de uitgeruste machines door gelijktijdig gedurende vijf
seconden op de twee knoppen onder het ISC-logo te drukken (fig.6, n°25).
-
De olieteller op nul zetten (MRF – MRM) (fig.6, n°27).
-
De verschillende instellingen van de machine programmeren (voorbehouden aan een erkende
verdeler) (fig.6, n°25).
Dit scherm geeft de volgende zaken weer:
-
Het aantal uitgevoerde snij-acties
-
Of de bladen moeten worden vervangen
-
Of een beveiliging is ingeschakeld
6.2
Werkzone:
De werkzone bevindt zich voor de machine (fig.3, n°19).
6.3
Veiligheidsvoorzieningen:
Als uw machine ermee is uitgerust, wordt de machine gestart door de klep te sluiten. Als deze wordt
geopend, stopt de machine (fig.1, n°1) (MRZ – MRP – MRK – MRK ETL – MRF – MRP – MRQ).
53
Nederlands