3. DE AFSTANDSBEDIENINGSKABEL AANSLUITEN
OP DE MONOBLOKUNIT
WAARSCHUWING
Sluit de hoofdvoeding af voordat de afstandsbediening wordt geïnstalleerd
en aangesloten. Anders loopt u eventueel een elektroshock op.
1. Verwijder de frontplaat van de behuizing.
2. Sluit de afstandsbedieningskabel, zoals weergegeven in de
onderstaande afbeelding, op de meegeleverde connector aan.
(Zie voor meer details het bedradingsschema.)
3. Leid het snoer van de afstandsbediening door de klem en het
beschermingsbus 7.
(Zie voor meer details de afbeelding "De afstandsbedieningskabel
op de meegeleverde connector aansluiten".)
4. Herinstalleer de frontplaat van de behuizing nadat de verbinding
voltooid is.
Verwijder eerste de dummydop van de
connector, voordat u deze erin steekt
PCB
Bijgeleverde
connector
Sluit de bedrade
afstandsbedieningskabel op de
meegeleverde connector aan.
De afstandsbediening op de meegeleverde connector aansluiten
CONTROLE EN
5
TESTRUNPROCEDURES
WAARSCHUWING
Schakel vooral alle stroomvoorziening uit voordat u een van de
volgende handelingen uitvoert.
Verwijder de frontplaat van de
behuizing 8
(1) Verwijder de 5 montageschroeven
zoals weergegeven in de
afbeelding.
(2) Schuif de frontplaat van de
behuizing 8 naar beneden, om
de pallen te ontgrendelen. Trek de
plaat vervolgens naar voren om
de plaat te verwijderen.
Montageschroeven
Verwijder de bovenplaat van de
behuizing 9
(1) Verwijder de 11 montageschroeven
zoals weergegeven in de
afbeelding.
(2) Hef de bovenplaat van de
behuizing 9 omhoog om deze te
verwijderen.
Connector
afstandsbediening
Steek deze
Afstandsbediening
stevig in
Klem de kabel van de
bedrade afstandsbediening
vast met de klem.
Bedrade
afstandsbedieningskabel
Bind de bedrade
afstandsbedieningskabel
en alle voedingskabels
aan elkaar met een
kabelbinder (ter plaatse
te leveren)
Beschermingsbus 7
Breng insnede aan
8
Montage-
schroeven
Montage-
schroeven
9
RESET OVERBELASTINGSBEVEILIGING 0
Overbelastingsbeveiliging 0
heeft als doel het systeem te
beveiligen en te voorkomen dat
het water te heet wordt. Wanneer
de Overbelastingsbeveiliging 0
wordt ingeschakeld bij een hoge
watertemperatuur, reset de
beveiliging dan door als volgt
stapsgewijs te werk te gaan.
1. Neem de OLP-kap uit.
2. Duw met een testpen de
centrale knop voorzichtig in
en reset zo de Overbelastingsbeveiliging 0.
3. Bevestig de OLP-deksel op de oorspronkelijke bevestigingsstaat.
CONTROLEER WATERDRUK
De waterdruk mag niet lager zijn dan 0,05 MPa (zie de drukmeter). Vul de
tankunit bij met leidingwater, als dat nodig is. Zie de installatiehandleiding
van de tankunit voor nadere bijzonderheden over hoe u deze kunt bijvullen.
CONTROLEER OVERDRUKKLEP 2
•
Haal de kap c eraf door de
montageschroeven los te draaien, om
toegang te krijgen tot de overdrukklep 2.
•
Controleer de correctiemethoden van de
overdrukklep door de hendel horizontaal
te draaien (Ziet de afbeelding van de
"Overdrukklep 2")
•
Als u niet een klikkend geluid hoort (door het
aftappen van water), neem dan contact op
met uw offi ciële leverancier ter plaatse.
•
Draai de hendel weer omlaag nadat u
de controle hebt voltooid. Als het water
uit het toestel blijft lopen, schakel het
systeem dan uit en neemt contact op
met uw offi ciële leverancier ter plaatse.
•
Breng de kap c weer aan door de
montageschroeven vast te draaien,
als de overdrukklep 2 correct werkt.
ZO KUNT U DE WATER STROMINGVOLUME AANPASSEN
Voordat u het waterstromingvolume aanpast, moet u ervoor zorgen dat het totale
watervolume bij de installatie minimaal 50 liter aan de verhittingskant bedraagt.
De standaard instelling is SNELHEID 4 (Alleen voor WH-MHF09G3E5)
en SNELHEID 5 voor WH-MHF12G6E5. Zorg ervoor, dat de minimale
stroomsnelheid niet minder is dan 13 L/min en niet meer dan 50 L/min.
De beschikbare externe statische druk (kPa) in functie van de
waterstroomsnelheid (L/min) wordt weergegeven in de P-Q grafi ek. Afhankelijk
van het drukverlies en het type hydraulisch systeem, kan de snelheid van het
waterstromingsvolume aangepast worden met de afstandsbediening.
1. Druk, wanneer de Lucht-naar-Water Verwarmingspomp is gestopt,
gedurende 5 seconden op de knop SERVICE.
2. Druk op de knop / en selecteer menu S02 (PUMP SPEED ADJUST
MODE) en bevestig het menu door op de knop SET te drukken.
3. Druk op de knop SELECT en druk vervolgens op de knop / als u
de pompsnelheid wilt veranderen en bevestig door op de knop SET te
drukken
4. Druk op de knop OFF/ON als u de PUMP SPEED ADJUST MODE wilt
verlaten.
In de PUMP SPEED ADJUST MODE kunnen we de functie ONTLUCHTEN
kiezen door op de knop FORCE te drukken. In de functie ONTLUCHTEN
wordt de pomp 10 minuten lang ON en OFF geschakeld en wordt het
hydraulisch systeem ontlucht. Druk weer op de knop FORCE als u de functie
ONTLUCHTEN wilt afsluiten. PUMP SPEED ADJUST MODE zet de pomp
stil.
110
100
90
7
80
6
70
60
5
4
50
40
3
30
2
20
1
10
0
0
10
20
13
WATER STROMINGVOLUME (L/min)
Duw met een
testpen deze knop
in en reset de
Overbelastingsbe-
veiliging 0.
Zo reset u de Overbelastingsbeveiliging 0
*(0,1 MPa = 1 bar)
13
Montage-
schroeven
Overdrukklep
2
Hendel
Omhoog
draaien
Overdrukklep 2
30
40
50
60
35