3. Klik met de rechtermuisknop
op [Local Area Connection]
(LAN-verbinding) en
selecteer [Properties]
(Eigenschappen).
4. Controleer of "Client for Microsoft Networks" (Client voor
Microsoft-netwerken), "File and Printer Sharing"
(Bestands- en printerdeling) en "Internet Protocol
(TCP/IP)" (Internet-protocol (TCP/IP)) zijn ingeschakeld.
Installeer deze opties als dat niet het geval is.
40