8. AARDINGAANSLUITING
WAARSCHUWING : VÓÓR GEBRUIK MOET U DE INVERTER UITRUSTEN
MET EEN AARDINGAANSLUITING.
• In een vaste installatie op het vasteland moet u de aardingaansluiting verbinden
met een metalen aardingstaaf die minstens 1.2m diep in de grond zit. Eén van
de batterijaansluitingen (bij voorkeur de negatieve) moet ook worden verbonden
met de aardingstaaf indien het batterijsysteem dat de inverter voedt, niet is
uitgerust met een aardingaansluiting.
• De aardingaansluiting wordt eenvoudigweg verbonden met het chassis van het
voertuig indien de inverter rechtstreeks is verbonden met de batterij van dat
voertuig. Indien de inverter echter dient als voeding voor apparaten die buiten
het voertuig worden gebruikt, moet u ook hier een aardingstaaf gebruiken (zie
boven).
• Verbind de aardingaansluiting met het bestaande aardingssysteem wanneer u
de inverter gebruikt op een boot.
OPMERKING : De aardingaansluiting van het AC stopcontact is verbonden met
9. WISSELSPANNING METEN
De AC inverter gebruikt een GEMODIFICEERDE SINUSGOLF. Gebruik enkel
een AUTHENTIEKE RMS VOLTMETER om AC uitgangsspanning te meten. Het
gebruik van een ander type spanningsmeter levert een uitlezing op die 20 tot 30V
lager ligt dan de normale waarde. Enkel een RMS voltmeter zorgt voor een
betrouwbaar resultaat.
PI300W // 12V & 24V
de neutrale aansluiting. Het principe is hetzelfde als bij een
standaard stopcontact bij u thuis waar de neutrale aansluiting
verbonden is met de aarde en waar er geen spanning bestaat
tussen de twee.
11
VELLEMAN