• Rem op tijd om botsingen te voorkomen.
LET OP! Het remsysteem van het artikel is zodanig dat
het kind goed geïnstrueerd moet worden door een
volwassene in het gebruik ervan.
2e VERSNELLING
Geadviseerd wordt om aanvankelijk de 1e versnelling te
gebruiken. Alvorens naar de 2e versnelling over te
schakelen, moet worden verzekerd dat het kind goed
geleerd heeft hoe het stuur/stuurwiel, de 1e versnelling
en de rem moeten worden gebruikt, en dat het
voldoende vertrouwd geraakt is met het voertuig.
LET OP!
• Controleer of alle bevestigingsschroeven/-moeren van
de wielen stevig vastzitten.
• Als het voertuig in overbelaste toestand functioneert,
bijvoorbeeld op droog zand, in modder of op erg
oneffen terrein, dan schakelt de overbelastingsschakelaar
het vermogen onmiddellijk uit en klinkt er een serie
geluidssignalen. Aan het einde hiervan keert het
vermogen weer terug en kan het voertuig weer worden
gebruikt.
• Als het voertuig in te zware omstandigheden gebruikt
wordt op steile hellingen, schakelt de
overbelastingsschakelaar het vermogen van het
voertuig onmiddellijk uit. Als dit gebeurt: DE VOET
VAN HET GASPEDAAL om het afdalen van het
voertuig te vertragen.
PLEZIER ZONDER ONDERBREKINGEN: houd altijd
een vervangende opgeladen accuset gereed.
PROBLEMEN?
HET VOERTUIG FUNCTIONEERT NIET?
• Ga na of de accu verbonden is met het elektrische
systeem.
• Trap op het gaspedaal om het voertuig te activeren, er
volgt dan een geluidssignaal dat aangeeft dat het
voertuig functioneert. Als het voertuig langer dan 10
minuten inactief blijft, moet de activeringsprocedure
worden herhaald door eenvoudig het pedaal in te
trappen en op het geluidssignaal te wachten.
• Als het gaspedaal wordt ingetrapt en het voertuig
geeft een onafgebroken geluidssignaal, dan moet de
accu worden opgeladen.
• Als het gaspedaal wordt ingedrukt en het voertuig
geeft geen enkel geluidssignaal dat laat weten dat het
elektrische systeem is gestart, dan moet de accu
worden opgeladen.
• Als het probleem na het opladen nog steeds bestaat,
moeten de accu en de accuoplader worden
gecontroleerd bij een assistentiecentrum.
• Neem voor alle problemen met de versnellingen
contact op met het assistentiecentrum.
• Het voertuig mag nooit zelfstandig voortbewegen.
Neem contact op met een assistentiecentrum als dat
toch gebeurt.
• Als het stuur van het voertuig stroef beweegt, wordt
geadviseerd de stuurstang (het gedeelte onder het
voertuig) of de wielkoppelingen te smeren met vet of
lichte olie.
• Als het voertuig ondanks alle controles niet
functioneert, gelieve contact op te nemen met een
assistentiecentrum.
ASSISTENTIEDIENST
PEG PEREGO biedt een after-sales assistentieservice,
rechtstreeks of via een netwerk van erkende
assistentiecentra, voor eventuele reparaties of
vervangingen en de verkoop van originele
vervangingsonderdelen.
Om contact op te nemen met een
assistentiecentrum, ga naar onze site
http://global.pegperego.com/toys-site/support/
Bij ieder contact heeft u het serienummer van het
artikel nodig. Raadpleeg de pagina over de
vervangingsonderdelen om het serienummer te
kunnen vinden.
Peg Perego streeft ernaar om altijd aan alle behoeften
van de klanten te voldoen.
Het is daarom voor ons heel belangrijk en waardevol
om de mening van onze klanten te kennen.
Wij zijn u dan ook zeer dankbaar als u, na het
gebruik van ons product, de VRAGENLIJST
KLANTTEVREDENHEID zou willen invullen die u op
het internet kunt vinden op het adres:
www.pegperego.com, en eventuele opmerkingen
of suggesties zou doorgeven.
MONTAGE-INSTRUCTIES
LET OP
ALLEEN VOLWASSENEN MOGEN DE
MONTAGEWERKZAAMHEDEN UITVOEREN.
LET OP WANNEER U HET VOERTUIG UIT DE
VERPAKKING HAALT.
ALLE SCHROEVEN EN KLEINE ONDERDELEN
ZITTEN IN EEN ZAKJE IN DE VERPAKKING.
DE ACCU ZOU AL IN HET ARTIKEL KUNNEN
ZITTEN.
MONTAGE
1 • Plaats de voorbumper en draai de vier schroeven
vast zoals op de afbeelding.
2 • Plaats de achterbumper.
3 • Draai de schroeven vast zoals op de afbeelding.
4 • Verbind de twee delen van het stuurwiel met elkaar.
5 • Plaats de claxon in de opening in het midden van het
stuurwiel volgens de instructies op de verpakking.
6 • Steek het stuurwiel op de stang.
7 • Lijn de gaten in de stang en het stuurwiel uit met
elkaar. Draai schroef en moer vast: de moer wordt
in de zeshoekige opening bevestigd, de schroef in de
ronde opening.
8 • Plaats het windscherm zoals op de afbeelding.
9 • Draai de twee schroeven vast.
10 • Plaats de stoelhoes zoals op de afbeelding.
11 • Maak de voorste elastieken vast.
12 • Maak de andere twee elastieken vast.
13 • Positioneer de stoel. Zet hem vast met de
onderlegschijf en de knop.
14 • Verbind onderdeel A met onderdeel B;
15 • Verbind A-B met het bovenste deel van de rollbar C,
zet hen vast door hen te draaien zoals op de
afbeelding.
16 • Zet de 2 platen vast in de zittingen onderaan de
rollbar, en houd hen op hun plaats. Zet het
samenstel vast aan de rollbar met de 2
meegeleverde schroeven (detail A).
17 • Steek het uiteinde van de veiligheidsgordel in de
ruimte in het midden onder op de stoel, zoals op de
afbeelding.
18 • Breng het net aan door het eerst vast te schroeven
aan het chassis van de auto,
19 • en het vervolgens vast te maken aan de rollbar.
20 • Plaats de achteruitkijkspiegels in de richting die
wordt aangegeven door de pijl.
21 • Duw de 2 plastic opschriften op hun plaats.
22 • Duw de antenne in de hiervoor bestemde opening
op het rechter voorspatbord.
23 • Haal de radio uit de verpakking. Schroef het deurtje
van de batterijruimte los. Plaats twee batterijen AA
van 1,5 V - niet meegeleverd - in de ruimte en zorg
dat de min- en pluspool op de juiste plaats zitten.
Sluit het deksel van de batterijruimte hierna weer en
schroef het vast.
24 • Plaats de draad van de antenne en de radio in de
hiervoor bestemde ruimte van het dashboard, en let
op de juiste richting, zoals op de afbeelding.
25/6•Open de motorkap. Verwijder de twee schroeven
van de namaakmotor. Til de namaakmotor op.
Ga daarna als volgt te werk:
-Haal de accu uit de verpakking;
-draai de schroef van de accublokkering los;
-plaats de accu;
-blokkeer hem met de accublokkering.
27 • Steek de stekker B helemaal in de stekker A, tot hij
klikt.
28 • Duw de namaakmotor omlaag en schroef hem vast.
Sluit de motorkap en zet hem vast met de 2 haken.
Het voertuig is gereed om te worden gebruikt.
KENMERKEN EN GEBRUIK VAN HET
VOERTUIG
29 • Steunstang van de motorkap.
30 • Onder de koffer zitten vier verwijderbare
speelgoedgereedschappen. De koffer kan worden
weggehaald door de vier bevestigingen naar
achteren te trekken zodat ze loskomen.
31 • A: CLAXON. De claxon klinkt wanneer de gele
knop wordt ingedrukt.
B: FM-RADIO: een echte, verwijderbare autoradio
die zelfstandig werkt. Gebruik toets 3 om hem in te
schakelen. Gebruik toets 4 om hem uit te schakelen.
Gebruik de driehoekige toetsen om de frequentie te
veranderen door automatisch zoeken. De zender
blijft niet in het geheugen opgeslagen als de radio
wordt uitgezet. Gebruik de knop 2 om het volume
te regelen. Om de klok te regelen: houd de toets
SET ingedrukt en bedien tegelijkertijd de toetsen
HR en MIN. De radio heeft een AUX-ingang (1) om
MP3-apparaten op aan te sluiten.
C: SPEELGOED-STARTSLEUTEL. De meegeleverde
sleutel dient niet om het voertuig aan en uit te
zetten, maar is slechts een speelgoedsleutel.
D: Gaspedaal en elektrische rem. Om te remmen, de
voet optillen van het gaspedaal, de rem treedt
automatisch in werking.
32 • De veiligheidsgordels worden als volgt losgemaakt: 1
de knop naar het midden duwen en tegelijkertijd
indrukken; 2 losmaken.
33 • SCHAKELPOOK: 1: eerste rijsnelheid. 2: tweede
rijsnelheid. R: achteruit
34 • TWEEDE SNELHEID: wanneer het rode plaatje in
de positie van de afbeelding is, rijdt het voertuig
alleen in de eerste snelheid en achteruit. Op het
plaatje is de tekening van de schildpad in de juiste
positie zichtbaar. Doe het volgende om de tweede
snelheid te gebruiken: draai de schroef van het rode
plaatje los
35 • haal het rode plaatje weg
36 • Draai het 180° tot de tekening van de haas in de
juiste positie komt; steek het plaatje in de hiervoor
bestemde opening.
37 • Draai de schroef weer vast. Door de schakelpook
naar achteren te verplaatsen, rijdt het voertuig met
de tweede snelheid.
DE ACCU VERVANGEN
LET OP: DE TEKENINGEN VAN DE ACCU'S GELDEN
SLECHTS BIJ BENADERING. UW ACCU ZOU
KUNNEN AFWIJKEN VAN HET AFGEBEELDE MODEL.
DIT IS NIET VAN INVLOED OP DE GEÏLLUSTREERDE
WERKWIJZEN VOOR HET VERVANGEN EN
OPLADEN.
38 • Open de motorkap. Haal de schroef van de
namaakmotor weg. Til de namaakmotor op.
39 • Schroef de accublokkering los en verwijder hem.
40 • Vervang de accu. Plaats de accublokkering terug en
schroef hem weer vast.
41 • Verbind de twee stekkers met elkaar.
42 • Plaats de namaakmotor terug en vastschroeven.
DE ACCU OPLADEN
LET OP: HET OPLADEN VAN DE ACCU'S EN ALLE
WERKZAAMHEDEN OP HET ELEKTRISCHE SYSTEEM
MOGEN UITSLUITEND WORDEN VERRICHT DOOR
VOLWASSENEN.
DE ACCU KAN OOK WORDEN OPGELADEN
ZONDER HEM UIT HET SPEELGOED TE HALEN.
43 • Maak de stekker A van het elektrische systeem los
van de stekker B van de accu door hem aan de
zijkant in te duwen.
44 • Steek de stekker van de accuoplader in een normaal
stopcontact volgens de meegeleverde instructies.
Verbind de stekker B met de stekker C van de
accuoplader.
45 • Haal de stekker van de accuoplader uit het
stopcontact wanneer het opladen voltooid is, en
maak daarna de stekker C los van de stekker B.
46 • Steek de stekker B zo ver mogelijk, tot hij klikt, in
de stekker A. Denk er na deze handelingen altijd aan
de namaakmotor te sluiten met de schroef.