Reinigen en opbergen
OPGELET!
■
Reinig het apparaat direct na elk gebruik om de vorming van ziektekiemen te voor-
komen.
■
Gebruik voor het reinigen geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen. Deze
kunnen de oppervlakken beschadigen.
1. Zorg ervoor dat het apparaat van het lichtnet is gescheiden!
2. Indien niet reeds gebeurd, de beslagkom (9), de anti-spatdeksel (7) en het gebruikte
opzetstuk van het basisapparaat (4) loshalen.
3. Reinig alle gebruikte toebehoren met warm, schoon water en een beetje mild afwas-
middel. Alle onderdelen onder stromend water reinigen. De roerkom en de garde (3)
kunnen ook in de vaatwasser worden gereinigd.
4. Het basisapparaat reinigen met een licht vochtige, zachte doek en nadrogen met een
zachte doek.
5. Alles volledig laten drogen voordat het apparaat weer wordt gemonteerd en / of op
een droge, schone, voor kinderen en dieren ontoegankelijke plaats wordt opgeborgen.
Storingen verhelpen
Wanneer het apparaat niet op de juiste wijze functioneert, controleer dan eerst of een
probleem zelf kan worden opgelost. Neem contact op met de klantenservice als het pro-
bleem met de genoemde stappen niet kan worden opgelost.
Probeer niet om een elektrisch apparaat zelf te repareren!
Probleem
Het apparaat werkt
niet.
41
Mogelijke oorzaak
De netstekker zit niet goed in
de contactdoos.
De contactdoos is defect.
Er is geen netspanning voor-
handen.
De schakelaar voor het instel-
len van de snelheidsstan-
den (2) staat in stand 0.
Het apparaat is overbelast /
oververhit. Het apparaat is
voorzien van een overstroom-
beveiliging resp. beveiliging
tegen oververhitting; bij
overbelasting resp. overver-
hitting wordt het apparaat
uitgeschakeld.
Oplossing
De zitting van de netstekker
corrigeren.
Probeer een andere contact-
doos.
Controleer de zekering van
de netaansluiting.
Zet de schakelaar in een
stand tussen 1 en 6.
Het apparaat uitschakelen,
de netstekker uit de contact-
doos trekken en ca. 10 minu-
ten laten afkoelen. Daarna is
het apparaat weer klaar voor
gebruik.
NL