Anleitung_LB2_4513422:_
NL/
BE
Aanwijzingen omtrent de accu
Het accupack van het accu toestel is bij de
levering niet geladen. De accu moet dus
worden opgeladen alvorens u het toestel
voor de eerste keer in gebruik neemt.
Voor een optimale accucapaciteit dient u
diepe ontladingscycli te vermijden! Laad uw
accu vaak op.
Berg uw accu op een koele plaats, liefst bij
15° C en minstens 40% geladen.
Lithium-ion-accu's zijn onderhevig aan
natuurlijke veroudering. De accu moet ten
laatste worden vervangen als zijn vermogen
slechts nog overeenkomt met 80% van het
vermogen in de nieuwe toestand!
Verzwakte cellen in een verouderde
accupack zijn niet meer opgewassen tegen
de hoge prestatievereisten en betekenen
bijgevolg een veiligheidsrisico.
Verbruikte accu's niet in het open vuur
gooien. Explosiegevaar!
Accu niet ontsteken of blootstellen aan
verbranding.
Accu's niet diep ontladen!
Door diepe ontlading wordt schade
berokkend aan de accucellen. De vaakst
voorkomende oorzaak voor diepe ontlading
van accupacks is het langdurig opbergen of
niet-gebruik van gedeeltelijk ontladen
accu's. Stop met de accu te werken zodra
de capaciteit duidelijk achteruitgaat of als
de veiligheidselektronica reageert. Berg de
accu pas nadat hij helemaal opgeladen is.
Accu's of het toestel beschermen tegen
overbelasting!
Overbelasting leidt snel tot oververhitting en
beschadiging van de cellen binnen in het
accuhuis zonder dat men de oververhitting
buiten waarneemt.
Vermijd beschadigingen en stoten!
Vervang onmiddellijk elke accu die per
ongeluk vanaf een hoogte van meer dan
één meter naar beneden is gevallen of die
blootgesteld was aan hevige stoten ook al is
het huis van de accupack blijkbaar
onbeschadigd. De accucellen binnenin
kunnen ernstige schade hebben opgelopen.
Gelieve hieromtrent ook de informatie
omtrent de verwijdering van afgedankte
accu's in acht te nemen.
24
02.11.2010
8:51 Uhr
Seite 24
Bij overbelasting en oververhitting wordt het
toestel om veiligheidsredenen
uitgeschakeld door de geïntegreerde
veiligheidsuitschakeling. Let op! Bedien
niet meer de AAN/UIT-schakelaar als de
veiligheidsuitschakeling het toestel heeft
uitgeschakeld. Daardoor kan schade aan
de accu worden berokkend.
Gebruik enkel originele accu's. Het gebruik
van andere accu's kan leiden tot letsel,
explosie en brandgevaar.
Aanwijzingen omtrent het laadtoestel en
het laden
Neem de gegevens in acht die vermeld
staan op het kenplaatje van de lader. Sluit
de lader enkel aan op de netspanning
vermeld op het kenplaatje.
Bescherm de lader en de kabel tegen
beschadiging en scherpe kanten.
Beschadigde kabels dienen onmiddellijk
door een elektrovakman te worden
vervangen.
De lader is niet bedoeld om door personen
(inclusief kinderen) met een beperkt fysiek,
sensorisch en geestelijk vermogen of door
personen, die niet de nodige ervaring en/of
kennis hebben, te worden gebruikt, tenzij dit
onder toezicht van een persoon gebeurt die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of die
hen aanwijst, hoe het toestel moet worden
gebruikt.
Op kinderen moet toezicht worden
gehouden om te voorkomen dat ze dichtbij
het toestel spelen.
Geen beschadigde laadtoestellen
gebruiken.
Gebruik de bijgeleverde lader niet voor het
laden van andere accutoestellen.
Bij een flinke belasting wordt de accupack
warm. Laat de accupack voor begin van de
laadbeurt afkoelen op kamertemperatuur.
Accu's niet overladen!
Neem de maximale laadtijden in acht. Deze
laadtijden gelden alleen voor ontladen
accu's. Herhaaldelijk insteken van een
geladen of gedeeltelijk geladen accu heeft
overlading en beschadiging van de cellen
tot gevolg. Accu's niet meerdere dagen in
het laadtoestel laten zitten.