NL
BE
• Het apparaat kan slechts van stroom
voorzien worden met SELV (Safety Extra
Low Voltage, veiligheidslaagspanning),
zoals aangegeven op het apparaat.
• Laad de accu vóór het eerste gebruik op.
De accu niet meermaals achter elkaar
kort opladen.
• Gebruik bij voorkeur de meegeleverde
lader voor het opladen van de li-ion-accu
die in het apparaat ingebouwd is.
• Neem in ieder geval de telkens
geldende veiligheidsinstructies en ook
de bepalingen en opmerkingen over de
milieubescherming in acht.
• Defecten, die het gevolg van een
onoordeelkundige hantering zijn, vallen
niet onder de garantie.
Accu opladen
1. Verbind de stekker van de laadka-
bel (12) met de laadbus (7) van het
apparaat.
2. Sluit de lader (
stopcontact.
3. De indicator van de laadstand (3)
brandt:
rood => Start laden
rood-geel => Accu voor ongeveer
de helft opgeladen
rood-geel-groen => Accu is geladen.
4. Na het laden koppelt u de lader
(
13) los van het elektriciteitsnet.
Ingebruikname
Het dragen van gehoorbescher-
ming verlaagt het risico op gehoor-
schade.
Aan- en uitschakelen
1. Druk op de aan/uit schakelaar (8)
om het apparaat in te schakelen.
38
13) aan op een
Het LED-werkingslicht (10) brandt
tijdens het bedrijf.
2. Als u het apparaat wilt uitschake-
len laat u de aan/uit schakelaar
(8) los.
Overbelastingsbeveiliging: Bij een overbe-
lasting schakelt de beveiligingschakelaar
het apparaat uit. Laat de aan/uit schake-
laar los, na enkele seconden kunt u het
apparaat opnieuw inschakelen.
Laadniveau van de accu
controleren
De indicator van de laadtoestand (
signaleert de laadtoestand van de accu.
• Druk op de aan/uit schakelaar, de
laadstand van de accu wordt door het
branden van de 3 kleurige LED-lampen
aangegeven:
Groene LED brandt helder: Accu is volle-
dig geladen.
Rode en gele LED's branden helder:
Accu beschikt over restlading (<90%).
Rode LED brandt helder: Accu is leeg,
gelieve te laden.
Draairichting instellen
Met de draairichtingsschakelaar kunt u de
draairichting van het apparaat kiezen (draai-
richting rechtsom en linksom) en het appa-
raat beveiligen tegen ongewild inschakelen.
1. Wacht tot het apparaat tot
stilstand is gekomen.
2. Draairichting rechtsom:
Draairichtingsschakelaar
(9) rechts indrukken.
3. Draairichting linksom:
Draarichtingsschakelaar
(9) links indrukken.
3)