3-5. Installeren van de afvoerpijp
3-5-1. Leggen van de afvoerleiding voor het uitvoeren van
de installatie
(1) Beperkingen bij het omhoog brengen van de
afvoeraansluiting
LET OP
●
De afvoerpijp kan omhoog worden gebracht tot een
maximale hoogte van 850 mm vanaf de onderzijde van
het plafond.
Probeer de afvoer niet hoger te plaatsen dan deze
850 mm.
Dit zal leiden tot waterlekkage.
300 mm of minder
(zo kort mogelijk)
Binnenunit
Onderzijde plafondplaat
* Lengte meegeleverde afvoerpijp = 250 mm
(2) Beperkingen van de afvoerpijpaansluiting
LET OP
●
Installeer de afvoerpijp niet met een stijgende helling
vanaf de afvoeraansluiting. Hierdoor zal het afvoerwater
teruglopen en gaan lekken wanneer de unit niet werkt.
●
Installeer geen ontluchting, want hierdoor kan er water uit
de uitlaat van de afvoerpijp spetteren.
●
Maak geen u-vormige of klokvormige zwanenhals
middenin de afvoerpijp. Dit zal leiden tot abnormale
geluiden.
Ontluchting verboden
Zwanenhals
verboden
●
Zorg ervoor dat de afvoerpijp een dalende helling
heeft (1/100 of meer; naar beneden lopend vanaf de
afvoeraansluiting).
Tussenafstand steunbeugels = 1,5 m ~ 2 m
Binnenunit
Helling naar beneden = 1/100 of meer
A : 850 mm of minder
B : 666 mm of minder
Helling naar boven
verboden
Binnenunit
(3) Beperkingen van de afvoerslangaansluiting
LET OP
●
Buig de meegeleverde afvoerslang niet verder dan 90°.
Buig de slang minder dan 45°.
Buighoek 90° verboden
●
Maak geen zwanenhals middenin de meegeleverde
afvoerslang. Dit zal leiden tot abnormale geluiden.
151
Buighoek minder dan 45°
Zwanenhals verboden