4
Opstelling en aansluiting
1) Plaats de subwoofer vrij op de grond. Via de sub-
woofer kunt u op een bepaalde afstand een satel-
lietluidspreker installeren. Steek hiervoor een tus-
senstuk (b.v. uit de PAST-serie van "img Stage
Line") in de statiefhuls aan de bovenzijde van de
PSUB-215, en plaats hierop de satellietluidspreker.
2) Sluit als signaalbron een audioapparaat met lijnuit-
gangsniveau (b.v. mengpaneel, cd-speler, minidisk-
of cassetterecorder) aan. Verbind de mono-uitgang
of een stereokanaal van de signaalbron met de
gebalanceerde ingangsjack INPUT (4) verbinden.
(Verbind het andere stereokanaal met een tweede
actieve luidspreker.)
3) Op de gebalanceerde XLR-uitgang LINE OUT LINK
(3) is het doorgestuurde ingangssignaal beschik-
baar. Hier kunt u de ingang van een bijkomende
actieve luidspreker aansluiten.
4) Sluit de bijbehorende actieve satelliet-luidspreker-
kast aan op de gebalanceerde uitgang LINE OUT
SAT (11) of een passieve satelliet-luidsprekerkast
via een overeenkomstige versterker.
5) Verbind ten slotte het bijgeleverde netsnoer met de
POWER-jack (13) en sluit aan op een stopcontact
(230 V~/50 Hz).
5
Bediening
U kunt de instellingen pas controleren, wanneer de ver-
binding met de satellietluidspreker tot stand is gebracht.
De klank moet op de uiteindelijke luisterplaats worden
beoordeeld en door een tweede persoon op de actieve
subwoofer volgens aanwijzingen optimaal afgeregeld.
OPGELET Stel het volume nooit te hoog in. Langdu-
rige blootstelling aan hoge volumes kan
het gehoor beschadigen! Het gehoor
raakt aangepast aan hoge volumes die
na een tijdje niet meer zo hoog lijken. Ver-
hoog daarom het volume niet nog meer,
nadat u er gewoon aan bent geraakt.
1) Stel met de regelaar X-OVER (8) de scheidingsfre-
quentie tussen subwoofer en satellietluidspreker in
(hoe lager de scheidingsfrequentie, hoe moeilijker
de subwoofer akoestisch te lokaliseren is; hoe
hoger de scheidingsfrequentie, hoe sterker de
basondersteuning). Let voor oriëntering op het fre-
quentiebereik van de satellietluidspreker.
2) Schakel de aangesloten signaalbron in.
3) Plaats de regelaar BASS LEVEL (9) in de nulstand,
alvorens de subwoofer in te schakelen. Zo vermijdt
u inschakelploppen. Schakel vervolgens de sub-
woofer in met de POWER-schakelaar (12): De
AMP. ON/PROT. (2) bovenaan licht na het inscha-
kelen gedurende enkele seconden rood op (bevei-
ligingscircuit geactiveerd, apparaat gedempt) en
wordt daarna groen (normale bedrijfsmodus).
4) Stel met de regelaar BASS LEVEL het geluidsvo-
lume in. Vanaf een bepaald geluidsvolume licht de
onderste LED NORM. (2) op volgens het ritme van
de muziek.
Bij een te hoog geluidsniveau licht de middelste
LED LIMIT. (2) in het midden op om aan te geven
dat de geïntegreerde Limiter-schakeling actief is.
De Limiter-schakeling dient op het signaalniveau te
begrenzen: Bij overschrijding van een ingestelde
maximumwaarde wordt het niveau door de limiter-
schakeling teruggebracht tot deze waarde. Indien
de LED LIMIT. continu zou oplichten, dan draait u
de volumeregelaar voldoende terug.
5) Door op de toets SUBBOOST (5) te drukken, kunt
u het onderste basbereik zo nodig versterken. Bij
ingeschakelde Subboost-functie licht de LED naast
de toets op.
6) U kunt contactgeluid of andere laagfrequente sto-
ringen onderdrukken door het subsonisch filter in te
schakelen: Druk op de toets SUBSONIC (7). Bij
ingeschakeld filter licht de LED naast de toets op.
7) Wanneer u meerdere luidsprekersystemen gebruikt
kunnen de geluidsgolven van de systemen een ver-
schillende faseverhouding vertonen op de plaats
van beluistering, waardoor bepaalde frequenties
onbedoeld kunnen worden gedempt. Om dit te
compenseren, is de actieve subwoofer uitgerust
met een faseomkeerschakelaar, de toets PHASE
(6), waarmee u de fase van het audiosignaal 180°
kunt draaien. Draai eerste de regelaar BASS
PHASE (10) in de nulstand. Probeer dan de twee
standen van de toets PHASE – ingedrukt (LED
ernaast licht op) of uitgeschakeld – en kies de
stand met de beste weergave.
8) Stel de faseverhouding voor de subwoofer in met
de regelaar BASS PHASE. Deze instelling is vol-
gens de akoestische omstandigheden sterker of
zwakker waarneembaar. Het best gebeurt de in-
stelling aan de hand van een muziekstuk met een
elektronische bas, een contrabas of een diepe bas-
stem. Stel de regelaar BASS PHASE in op de luid-
ste basweergave. Draai de regelaar BASS LEVEL
daarna terug indien nodig.
9) Schakel het apparaat na gebruik met de POWER-
schakelaar uit.
6
Technische gegevens
Versterkervermogen: . . . . . . . . . . . . . 400 W
Frequentiebereik: . . . . . . . . . . . . . . . . 33 – 400 Hz
Ingang
Ingangsgevoeligheid: . . . . . . . . . . 75 mV (lijnniveau)
Impedantie: . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 kΩ
Aansluiting: . . . . . . . . . . . . . . . . . . XLR/6,3 mm-jack, gebal.
Uitgangen
LINE OUT LINK: . . . . . . . . . . . . . . doorgestuurd ingangssignaal;
LINE OUT SAT: . . . . . . . . . . . . . . . lijnsignaal voor satellietluid-
Scheidingsfrequentie: . . . . . . . . . . . . 80 – 440 Hz
Gemidd. geluidsdruk (1 W/1 m): . . . . . 97 dB
Max. geluidsdruk: . . . . . . . . . . . . . . . . 123 dB
Omgevingstemperatuurbereik: . . . . . . 0 – 40 °C
Voedingsspanning: . . . . . . . . . . . . . . . 230 V~/50 Hz/900 VA
Afmetingen, gewicht: . . . . . . . . . . . . . 515 x 540 x 580 mm, 4,5 kg
Wijzigingen voorbehouden.
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechterlijk beschermd voor
MONACOR
®
NTERNATIONAL GmbH & Co. KG. Reproductie
voor eigen commerciële doeleinden – ook bij wijze van uitzon-
dering – is niet toegestaan.
, 600 W
RMS
MAX
XLR, gebalanceerd
spreker; XLR, gebalanceerd
NL
B
13