Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
NL
een overzicht hebt van de bedieningselementen en
B
de aansluitingen.
1 Bedieningselementen en aansluitingen
1 LEVEL-regelknop voor de Compressor-schakeling:
Instelling van de compressiegraad
2 SUSTAIN-regelknop voor de Compressor-schake-
ling: Instelling van de wegsterftijd bij openge-
draaide regelknop (1)
3 LEVEL-volumeregelknop voor de vervormings-
schakeling Overdrive/Distortion
4 DRIVE-regelknop voor de instelling van de vervor-
mingsgraad van het Overdrive-effect
5 DIST-regelknop voor de instelling van de vervor-
mingsgraad van het Distortion-effect
6 TONE-klankregelknop voor de vervormingsscha-
keling Overdrive/Distortion
7 LEVEL-regelknop voor de Digital Chorus-schake-
ling: Het gemoduleerde signaal wordt vertraagd
aan het oorspronkelijke signaal toegevoegd.
8 SPEED-regelknop voor de beïnvloeding van het
Chorus-effect bij opengedraaide regelknop (9):
Instelling van de modulatiesnelheid
9 DEPTH-regelknop voor de beïnvloeding van het
Chorus-effect: Instelling van de modulatiesterkte
10 LEVEL-regelknop voor de Digital Delay-schake-
ling: Het vertraagde signaal wordt aan het oor-
spronkelijke signaal toegevoegd.
11 FEEDBACK-regelknop voor de Digital Delay-scha-
keling: Instelling van het aantal echo's
12 RANGE-schuifschakelaar voor de grove instelling
van de vertragingstijd voor het Delay-effect
SHORT-stand:
LONG-stand:
13 TIME-regelknop voor de fijnregeling van de vertra-
gingstijd voor het Delay-effect
14 Voetschakelaar voor het in- en uitschakelen van de
compressorschakeling
15 Voetschakelaar voor het in- en uitschakelen van de
vervormingsschakeling Overdrive/Distortion
16 Voetschakelaar voor het in- en uitschakelen van de
Digital Chorus-schakeling
17 Voetschakelaar voor het in- en uitschakelen van de
Digital Delay-schakeling
18 Laagspanningsjack DC 9 V voor de aansluiting van
de voedingsspanning (9 V )
midden pin = negatieve pool
19 3,5 mm-stereo-uitgangsjack PHONES voor de aan-
sluiting van een hoofdtelefoon (impedantie minstens
32 Ω)
20 6,3 mm-mono-uitgangsjack OUTPUT voor de aan-
sluiting van de gitaarversterker
21 6,3 mm-mono-ingangsjack INPUT voor de aanslui-
ting van de gitaar
22 6,3 mm-mono-uitgangsjack TUNER voor de aan-
sluiting van een gitaarstemmer
12
50–250 ms
200– 450 ms
2 Veiligheidsvoorschriften
•
Dit toestel is in overeenstemming met de EG-richtlijn
89/336/EEG voor elektromagnetische compatibiliteit.
•
Het toestel is enkel geschikt voor gebruik binnenshuis.
•
Vermijd uitzonderlijk warme plaatsen en plaatsen
met een hoge vochtigheid (toegestaan omgevings-
temperatuurbereik: 0–40 °C).
•
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik of van
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon ver-
valt de garantie bij eventuele schade.
•
Verwijder het stof met een droge doek. Gebruik
zeker geen chemicaliën of water.
•
Wanneer het toestel definitief uit bedrijf genomen
wordt, bezorg het dan voor verwerking aan een
plaatselijk recyclingbedrijf, of voer het volgens de
voorgeschreven wijze af.
3 Toepassingen
Met de multi-effecteenheid GME-5 kunnen verschil-
lende geluidseffecten voor elektrische gitaren gegene-
reerd worden. De vijf effecten van de eenheid (Com-
pressor, Overdrive, Distortion, Digital Chorus en Digital
Delay) kunnen met de vier voetpedalen ingeschakeld
worden. De respectieve LED's duiden de ingescha-
kelde effecten aan. Daarnaast heeft de effecteenheid
nog uitgangen voor de aansluiting van een hoofdtele-
foon en een gitaarstemmer.
4 De effecteenheid aansluiten
1) Sluit de elektrische gitaar aan op de ingangsjack
INPUT (21).
2) Sluit de gitaarversterker aan op de uitgangsjack
OUTPUT (20).
3) Voor de stemming van de elektrische gitaar kan op
de TUNER-jack (22) een gitaarstemmer aangeslo-
ten worden.
4) Om het uitgangssignaal via een hoofdtelefoon
(impedantie minstens 32 Ω) te beluisteren, verbindt
u deze met de PHONES-jack (19).
OPGELET: Stel het volume van de hoofdtelefoon
nooit te hoog in. Langdurige blootstelling aan hoge
volumes kan het gehoor beschadigen. Het gehoor
raakt aangepast aan hoge volumes die na een tijdje
niet meer zo hoog lijken. Verhoog daarom het
volume niet nog meer nadat u er gewend aan bent
geraakt.
5) Gebruik als voedingsspanning een elektronisch
gestabiliseerde voedingseenheid, bv. MONACOR
PS-12CCD of PS-128A en verbind deze met de
jack DC 9 V (18). Verbind de negatieve pool met het
middencontact. Voor de aansluiting van de laag-
spanning wordt een stekker van 5,5/2,1 mm (bui-
ten-/binnendiameter) gebruikt. De bedrijfsspanning
van de effecteenheid bedraagt 9 V , het stroom-
verbruik is 150 mA.
5 Bediening
Na aansluiting van de voedingsspanning is de multi-
effecteenheid bedrijfsklaar. Het is mogelijk dat bij inge-
bruikname één of meer effecten al geactiveerd zijn. De
LED's boven de respectieve voetschakelaars lichten op.