Inschakelen en meten:
De DigiLevel kan hoeken constant op 360° meten.
• Schakel het apparaat in met toets (1).
• De actuele bedrijfstemperatuur in °C wordt gedurende een paar
seconden weergegeven.
• De neigingshoek verschijnt in de weergave (6). Wanneer neigingen
boven hoofdhoogte gemeten worden, past de weergaverichting zich
automatisch aan.
• Bovendien wordt met het symbool (5) de actuele neigingsrichting
weergegeven.
Keuze van de meeteenheid:
• Met toets (2) kunt u de meeteenheid tussen °graden, % en
IN/FT-weergave omschakelen.
Veranderen van de hoek-referentiewaarde:
• Met toets (3) kunnen neigingen worden overgedragen. Leg daarvoor
het apparaat aan op de gewenste neiging en druk op toets (3).
Vervolgens schakelt de weergave over naar "0,0°" en de gewenste
referentiehoek is ingesteld. Nu kan de neiging op andere voorwerpen
worden overgedragen.
Nadat alle neigingen zijn overgedragen, deactiveert u de nieuwe
!
hoek-referentiewaarde weer. Schakel daarvoor het apparaat uit -
houd de toets (1) min. 3 sec. lang ingedrukt. Pas daarna wordt de
hoek-referentiewaarde weer op het meetoppervlak (12) ingesteld.
Akoestische signalering:
• Met toets (1) wordt de signaalgever in-/uitgeschakeld.
• Wanneer de neigingshoek op 0°, 45°, 90°, wordt dit akoestisch
gesignaleerd.
Wanneer u met een gewijzigde hoek-referentiewaarde werkt,
!
wordt de signaalgever bij deze nieuwe referentiewaarde (0°,
45°, 90° weergave) geactiveerd.
Waterpasfunctie:
• Met de verticale en horizontale libellen (9,10) wordt de uitlijning aan
het meetoppervlak (12) weergegeven.
• Gebruik de libellen voor optimale uitlijning in horizontale en verticale
richting, de elektronische neigingshoek-weergave voor willekeurige
hoeken.
• Met de magneten (11) kunt u het DigiLevel op magnetische
oppervlakken bevestigen.
DigiLevel Compact
11
NL