Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen
den gebruikt. Het gebruik van deze inrich-
tingen vermindert het gevaar door stof.
4. Zorgvuldige omgang met
en gebruik van elektrische
apparaten
a) Belast het apparaat nooit te zwaar.
Gebruik voor uw werkzaamheden
het daarvoor bestemde gereedschap.
Met het geschikte elektrische gereedschap
werkt u beter en veiliger in het voorgeschreven
vermogensbereik.
b) Gebruik géén elektrisch gereedschap
met een defecte schakelaar. Een elektrisch
gereedschap dat niet meer in- of uitgeschakeld
kan worden, is gevaarlijk en moet worden
gerepareerd.
c) Trek de steker uit de contactdoos voor-
dat u apparaatinstellingen uitvoert,
toebehoren vervangt of het apparaat
weglegt. Hierdoor voorkomt u dat het apparaat
abusievelijk ingeschakeld wordt.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische
gereedschappen buiten het bereik van
kinderen. Laat géén personen met het
apparaat werken die niet vertrouwd
zijn met het apparaat of die deze aan-
wijzingen niet hebben gelezen. Elektri-
sche gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer
ze door onervaren personen worden gebruikt.
e) Onderhoud het apparaat zorgvuldig.
Controleer of bewegende apparaat-
onderdelen optimaal functioneren en
niet klemmen en of onderdelen gebro-
ken of zodanig beschadigd zijn dat de
functie van het apparaat belemmerd
wordt. Laat beschadigde onderdelen
vóór het gebruik van het apparaat re-
pareren. Veel ongelukken zijn terug te voeren
op slecht onderhouden elektrische apparaten.
f) Houd snijgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig gereinigde snijgereed-
schappen met scherpe snijranden gaan minder
vaak klemmen en kunnen eenvoudiger worden
geleid.
g) Gebruik elektrisch gereedschap,
toebehoren, hulpgereedschap enz.
overeenkomstig deze aanwijzingen
en zoals het voor dit apparaattype
voorgeschreven is. Houd daarbij re-
kening met de werkomstandigheden
en de uit te voeren werkzaamheden.
Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de bestemde toepassingen
kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Apparaatspecifieke
veiligheidsinstructies
voor sabelzagen
Voorkom gevaar voor letsel, brand en
bescherm uw gezondheid
½
Wanneer u het apparaat in de open lucht ge-
bruikt, dient u het via een foutstroom-veilig-
heidsschakelaar (FI-schakelaar) met maximaal
30 mA aan te sluiten.
½
Beveilig het gereedschap. Gebruik de spanin-
richting / bankschroef om het werkstuk vast te
zetten. Het wordt daarin veiliger gehouden
dan in uw hand.
½
Steun in géén geval met uw handen naast of vóór
het apparaat of het te bewerken oppervlak omdat
in geval van wegglijden gevaar voor letsel bestaat.
½
Trek in geval van gevaar de steker uit de con-
tactdoos.
½
Leid de kabel altijd naar achteren van het ap-
paraat weg.
½
BRANDGEVAAR DOOR WEGSPRINGEN-
DE VONKEN! Wanneer u metaal zaagt, ont-
staat een vonkenregen.
Let daarom altijd op dat géén personen in gevaar
worden gebracht en geen brandbare materialen
in de buurt van het werkbereik zijn opgeslagen.
WAARSCHUWING!
Het bewerken van schadelijke / giftige stoffen
vormt een gevaar voor de gezondheid van de
bedienende persoon of in de buurt aanwezige
personen.
Draag en veiligheidsbril en
stofmasker!
½
Asbesthoudend materiaal mag niet worden be-
werkt. Asbest geldt als kankerverwekkend.
GIFTIGE DAMPEN!
NL/BE
19