Pos.
Klem
Aanduiding
30
PTC 1
32
PTC 2
34
PTC 3
35
GND, PTC
4A
Maak doorverbindingen wanneer geen PTC-sensor of thermische schake-
laar aangesloten is.
Alle klemmen (behalve netklemmen) mogen alleen worden aangesloten
op spanningen die 16 Vrms en 22,6 Vpiek of 35 VDC niet overschrijden.
16
DI 4
17
GND
18
AO 4
20
DI 5
21
GND
22
AO 5
3B**
24
DI 6
25
GND
26
AO 6
42
DI 7
44
DI 8
46
DI 9
47
GND
36
PTC 4
38
PTC 5
40
PTC 6
41
GND, PTC
4B**
Maak doorverbindingen wanneer geen PTC-sensor of thermische schake-
laar aangesloten is.
Alle klemmen (behalve netklemmen) mogen alleen worden aangesloten
op spanningen die 16 Vrms en 22,6 Vpiek of 35 VDC niet overschrijden.
82
DO 4 NO
83
DO 4 C
83
DO 4 C
84
DO 5 NO
85
DO 5 C
5**
85
DO 5 C
86
DO 6 NO
87
DO 6 C
87
DO 6 C
88
DO 7 NO
89
DO 7 C
** Alleen IO 351 B.
Gegevens
Ingang voor PTC-sensor of thermi-
sche schakelaar
Digitale ingang
Analoge uitgang, 0-10 V
Digitale ingang
Analoge uitgang, 0-10 V
Digitale ingang
Analoge uitgang
Digitale ingang
Ingang voor PTC-sensor of thermi-
sche schakelaar
Relaiscontact
Diagram
IO 351
30
PTC
32
PTC
34
PTC
35
IO 351
DI
GND
+
AO
IO 351
36
PTC
38
PTC
40
PTC
41
IO 351
NO
C
C
129