3. Installatie
Afsluitkranen
Let erop de primaire en secundaire kringen hydraulisch te isoleren
met afsluitkleppen die de onderhoudswerkzaamheden aan de
bereider vergemakkelijken. Zij laten toe het onderhoud van het
reservoir en zijn apparatuur uit te voeren zonder de complete
installatie te ledigen.
Deze kleppen laten ook toe de bereider te isoleren bij de controle
onder druk van de waterdichtheid van de installatie, indien de de
testdruk hoger is dan de toegelaten werkdruk voor de bereider.
Veiligheidsklep
Elke bereider dient minstens uitgerust te zijn met een veiligheidsklep.
De capaciteit van de veiligheidsklep dient gedefiniëerd te worden
overeenkomstig de norm DIN 1988, artikel 2, paragraaf 4.3.4.1.1 –
zie tabel hieronder.
Capaciteit
Afmeting van de klep
Minimumafmeting van de
l
ingang aansluiting
≤ 200
R of Rp ½
> 200 ≤ 1000
R of Rp ¾
Karakteristieken van de veiligheidsklep:
- De veiligheidsklep dient geïntegreerd te zijn in de koude
waterkring.
- De verbinding tussen de veiligheidsklep of -groep en de boiler mag
geen afsluitorganen bevatten.
- De veiligheidsklep dient makkelijk toegankelijk te zijn en dicht bij
de bereider : de toevoerleidingen moeten minstens overeenkomen
met de nominale doorsnede van de klep..
- De klep op een voldoende hoog punt plaatsen zodat de aftapkring
hellend geplaatst is. Tip : de veiligheidsklep boven de bereider
plaatsen om bij werkzaamheden de bereider niet te hoeven te
ledigen.
Aftapkring
- Einde van de ontlastleiding 2 tot 4 cm vrij en zichtbaar boven de
afvoertrechter.
- De lengte van de kring dient minstens gelijk te zijn aan de
dwarslengte van de kring van de veligheidsklep, maximum 2 m en
2 bochten, of een nominaal bereik hebben groter dan de
veiligheidsklep met maximum 4 bochten en een lengte van 4 m.
- De afrvoerkring achter de siphon dient minstens een diameter te
hebben die het dubbele is van de van de aftapkring.
- Dichtbij de aftapkring van de veiligheidsklep dient zich een etiket
te bevinden met de volgende vermelding:
Tijdens het opwarmproces van het water kan er water
weglopen door de aftapkring om de veiligheid van de
installatie te garanderen. Niet afsluiten !
Drukverminderaar
Drukverminderaar indien voedingsdruk hoger dan 80 % van de
afstelwaarde van de veiligheidsklep (Zwitserland : conform DIN 1988
deel 2). Geadviseerd wordt de drukverminderaar achter de
watermeter te monteren, zodat de druk in alle leidingen van de
installatie gelijk is.
46
Een antiretourklepje dient in de kring voor sanitair koud water
geïntegreerd te worden.
In geval de bereider gesloten is, dient het antiretourklepje makkelijk
toegankelijk te zijn.
Tussen de eerste antiretourinrichting en het antiretourklepje dient
een inrichting voorzien te zijn voor het testen van de installatie.
Verwarmingsvermoge
n
kW
maxim
75
150
3a.
9.
17.
24.
25.
27.
27a.
28.
29.
32.
54.
56.
57.
59.
60.
OBES 201 - OBES 301 - OBES 501
Te nemen maatregelen om de terugloop van warm
water te verhinderen
Zijn de waterleidingen in de woning van koper, dan moet
een mof van staal, gietijzer of van een andere isolerende
stof tussen de warmwateruitgang van de warmwaterboiler
en deze leidingen worden gemonteerd om het risico op
corrosie ter hoogte van de koppeling te vermijden.
Veiligheidsklep met membraan gemonteerd boven het niveau van
de bereider
Afsluiter
Aftapkraan
Ingang warmtewisselaar
Uitgang warmtewisselaar
Terugslagbeveiliging
Antithermosifonklep
Ingang sanitair koud water
Drukverminderaar
Kringlooppomp sww (kringloop facultatief)
Einde van de ontlastleiding 2 tot 4 cm vrij en zichtbaar boven de
afvoertrechter
Retour omloop sww
Uitgang sanitair warm water
Controleklep
Aansluitpunt van de manometer
02/10/08 - 94861858 - 8980-4147-D