7
Voor het aansluiten van het apparaat dient te worden gecontroleerd of de gegevens op het typeplaatje (links bovenaan in het appa-
●
raat of aan de achterkant) overeenstemmen met de plaatselijke waarden.
Wordt het toestel na transport voor de eerste keer aangesloten en ingeschakeld, moet men zo'n 30 minuten wachten.
●
Om problemen door defecten aan andere elektrische apparatuur te voorkomen moet het toestel worden aangesloten op een afzon-
●
derlijk elektrisch circuit. In geen geval mag het samen met andere elektrische apparatuur via een meerwegstekker worden aanges-
loten op een gemeenschappelijk stopcontact.
8
Wanneer de sleutel zich in horizontale toestand bevindt, is de deur op slot en kan de sleutel verwijderd worden.
●
Wanneer het toestel permanent toegankelijk moet blijven voor iedereen (gebruik overdag), moet u de sleutel 90° draaien tot hij ver-
●
ticaal staat en hem verwijderen.
Bewaar de sleutel niet binnen bereik van kinderen of in de nabijheid van het toestel.
●
9
ON
OFF
Sleutelschakelaar
10
Om het toestel in bedrijf te stellen moet u de sleutelschakelaar op het bedienpaneel op positie „ON" zetten. In deze positie kan de
●
sleutel verwijderd worden om te voorkomen dat het toestel per ongeluk zou worden uitgeschakeld.
Na de inschakeling gaan alle LED's continu branden gedurende circa 5 seconden. Tegelijk wordt het akoestisch alarm geactiveerd
●
en verschijnt de volgende temperatuurwaarde op het display:
Na deze initialisatieperiode blijft alleen de groene LED branden, wat aangeeft dat het toestel aangesloten en ingeschakeld is.
●
Aangezien de temperaturen slechts binnen een bepaald bereik worden aangegeven, worden temperaturen onder deze grens met
- - - -
resp. boven deze grens met
Controleer bij eerste gebruik of het toestel werkt en of de ingestelde temperatuur na 24 uur bereikt is.
●
Na de eerste inschakeling blijft het alarm inactief tot de binnentemperatuur de ingestelde waarde heeft bereikt. Pas daarna kan het
●
alarm geactiveerd worden.
Bij het uitschakelen van het apparaat met de sleutelschakelaar worden alle parameters van het elektronisch systeem op hun fabrieks-
●
instellingen teruggezet.
E
LEKTRISCHE AANSLUITING
W
ERKING VAN HET SLOT
E
LEKTRONISCH BEDIENPANEEL
Rode LED
AC FAIL
AC OK
Groene LED
Temperatuurdisplay
aangeduid.
II II
Gewenste
binnentemperatuur
Temp
Alarm
°C
Memory
Hoogste en
laagste
toegelaten binnen-
temperatuur
I
NSCHAKELING
.
-i8.8
- 30 -
Toetsen
LEDs
S E T
WARM
COLD
COLD
WARM
RES
COLD
MEM S E T
WARM
Geheugenfunctie
Toetsen