De testflitsmodus wijzigen (C05)
U kunt de flitsmethode wijzigen wanneer u de testflits gebruikt.
Druk op de toets f of F om de testflitsinstelling te selecteren.
• De weergave wordt in de onderstaande volgorde gewijzigd.
[TEST1] y [TEST3] y [TESTM] y . . .
[TEST1] : flitst één keer op het ingestelde lichtniveau.
[TEST3] : flitst drie keer op een specifieke snelheid.
[TESTM] : flitst vier seconden op een specifieke snelheid.
De tijd voor batterij besparen wijzigen (C06)
U kunt de tijd voor batterij besparen wijzigen.
Druk op de toets f of F om de gewenste tijd tot batterij besparen te
selecteren.
• De weergave wordt in de onderstaande volgorde gewijzigd.
[PS 0.5] y [PS 3] y [PS 30] y [PS --] y [PS 0.5] y . . .
[PS 0.5] : na 30 seconden wordt overgeschakeld naar batterij besparen.
[PS 3] : na 3 minuten wordt overgeschakeld naar batterij besparen.
[PS 30] : na 30 minuten wordt overgeschakeld naar batterij besparen.
[PS --] : batterij besparen wordt uitgeschakeld.
De tijd tot batterij besparen wijzigen bij gebruik van een
draadloze flitser (C07)
U kunt de tijd tot batterij besparen wijzigen bij gebruik van een draadloze flitser.
Druk op de toets f of F om de tijd tot batterij besparen te selecteren
wanneer u een draadloze flitser gebruikt.
• Op het LCD-scherm verschijnt om beurten [PS 60] en [PS --].
[PS 60] : na 60 minuten wordt overgeschakeld naar batterij besparen.
[PS --] : batterij besparen wordt uitgeschakeld.
Flitsbereikeenheden wijzigen (C08)
U kunt de weergegeven flitsbereikeenheden wijzigen.
Druk op de toets f of F om de eenheden te selecteren.
• Op het LCD-scherm verschijnt om beurten [m] en [ft].
79
NL