5.5
Bekabeling en connectors voorbereiden
1.
Gebruik uitsluitend geschikte kabels voor het gebruik
met de meegeleverde of andere toegestane connec-
tors.
2.
Neem de productspecifieke informatie m.b.t. de ge-
lijkstroomaansluiting en wisselstroomaansluiting in de
Technische gegevens (→ Pagina 105) in acht.
3.
Neem de informatie van de fabrikant en de installatie-
voorschriften m.b.t. de bekabeling en stekkerverbinding
in acht.
4.
Vermijd bij de montage zowel trek- als drukbelasting op
stekkerverbindingen en de bekabeling.
5.
Buig de kabels aan een stekkerverbinding op zijn
vroegst 4 cm na het punt waar de leiding naar buiten
komt uit de stekkerverbinding of een aansluitkast.
6.
Voer de aansluitkabels van de aan te sluiten compo-
nenten naar de onderkant van het product.
7.
Verkort de aansluitkabels indien nodig.
8.
Gebruik bij buitenwandmontage uitsluitend weerbesten-
dige en spatwaterbeschermde datakabels.
9.
Gebruik bij de buitenwandmontage uitsluitend weerbe-
stendige en spatwaterbeschermde stekkerverbindingen.
10. Bescherm bij de buitenwandmontage ongebruikte data-
aansluitingen altijd met een kap.
5.6
Aansluiting wisselstroom voorbereiden
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
▶
Gebruik de steekverbinder nooit om de
spanning te onderbreken.
Wisselstroomconnector 220 V - 240 V aanbrengen
1.
Gebruik voor de stekkerverbinding alleen de meege-
leverde wisselstroomstekker (Wieland) of een andere,
door de fabrikant van het product toegestane stekker-
verbinding.
2.
Als de meegeleverde wisselstroomstekker niet geopend
aanwezig is, neem dan de informatie m.b.t. het openen
van de wisselstroomstekker (→ Pagina 93) in acht.
3.
Draai evt. de wartelmoer op.
4.
Schuif de behuizing over de geïsoleerde wisselstroom-
kabel.
5.
Beschadig bij het isoleren van de uitwendige omhulling
van de kabel niet de isolatie van de inwendige aders.
6.
Isoleer de uitwendige omhulling en de inwendige ge-
leiders zoals op de afbeelding getoond conform de vol-
gende tabel:
0020273429_01 VPV I Installatie- en onderhoudshandleiding
y (PE)
x
N,L
Afstri-
plengte
10...14
(PE)
y [mm]
30
x [mm]
8
1
D
3
1
Geïsoleerde wissel-
stroomkabel
met diameter D
7.
Neem de gegevens m.b.t. de buigradius (3) voor de
wisselstroomkabel (1) in acht.
A
3
1
Nulleider N
2
Buitendraad L
8.
Voer de geïsoleerde inwendige aders conform de stek-
kerbezetting in de schroefklemmen.
9.
Schroef de schroefklemmen vast.
Installatie 5
Trekontlasting ⌀ [mm]
(geleider)
10...14
13...18
13...18
(N, L)
(PE)
(N, L)
25
55
50
8
8
8
2
2
Stekkerhuis wissel-
stroomstekker
3
Buigradius
≥ 4 × D
B B
1
2
3
Aarddraad PE
83