3. Systeem
3.2. Systeemconfiguratie
(Intelligente multi-buitenapparaatregelaar
(2-1) Handmatige stappenmodus (voorbeeld)
15
Uitgevoerde
lucht
(E.A.)
Buitenlucht
(O.A.)
3(Ref. adres: 0)
3(Ref. adres: 1)
3.3. Bedieningsbereik binnen
Functie
Aantal buitenapparaten
Koelen
1 of meer
1
Verwar-
men
2 of meer
)
*1
13
14
12
8
Geretourneerde
7
1(Hoofd)
1(Sub)
2
<Afb. 3.2.1>
HEX inlaat luchttemperatuur bedie-
ningsbereik
15 - 32°C
0 - 28°C
5 - 28°C
*1. Het interfacesysteem ontvangt een verzoek van een
Opmerking
• Deze intelligente multi-buitenapparaatregelaarsfunctie is
lucht
(R.A.)
• U kunt maximaal 6 buitenapparaten verbinden.
• 2 verschillende soorten buitenapparaten (capaciteit en/of
10
6
11
• Ref. adresinstelling van ieder buitenapparaat is vereist.
• Het interface-apparaat dat met het ref. adres 0 buitenap-
Toegevoerde
lucht
• Verbind de lokale AHU-regelaar (onderdeelnummer 9) met
(S.A.)
• Verbind EEN afstandsbediening (onderdeelnummer 2) met
5
• Maak een verbinding tussen de interface-apparaten met
• Stel bij gebruik van deze functie DIP SW 1-8 van alle inter-
• Kies STAP 0 NIET gedurende de 3 minuten nadat de com-
9
• Voor het veranderen van de STAP, dienen er minder dan 5
• Let op het bereik voor de werking dat is aangegeven in deel
• Verstuur STAP 0 NIET tijdens het ontdooien.
• Verander de bedieningsfunctie NIET te vaak.
Num-
*2. Stel DIP SW 2-8 op AAN.
*3. Indien het buitenapparaat van de SHW-serie is, hoeft u
stappensignaal dat overeenkomt met de totale
capaciteit van alle buitenapparaten en berekent
automatisch de benodigde capaciteit voor ieder
buitenapparaat.
alleen beschikbaar wanneer de handmatige stappenmo-
dus is gekozen.
serie) kunnen worden aangesloten, maar het wordt sterk
aanbevolen buitenapparaten van dezelfde capaciteit te
verbinden.
paraat wordt verbonden, zal het hoofdinterface-apparaat
worden.
het hoofdinterface-apparaat.
het interface-apparaat.
een afstandsbediening (daisy chain). MAX. : 500m
face-apparaten op AAN.
pressor werd ingeschakeld. (Laat de compressor ten min-
ste 3 minuten werken.)
stappen in een enkele bediening te zijn en moet er een in-
terval van ten minste 5 minuten zijn tussen de veranderin-
gen.
3.3.
Onderdeelnaam
mer
1
Interface-apparaat
2
Afstandsbediening
3
Buitenapparaat
Thermistor voor gewenste luchttempe-
4
ratuur (TH1)
Thermistor voor koelvloeistoftempera-
5
tuur (TH2)
6
2-fase temperatuur thermistor (TH5)
HEX-inlaat (coil on) temperatuur thermis-
7
tor (TH11)
Luchtsturingsunit (AHU) (los verkrijg-
8
baar)
9
AHU lokale regelaar (los verkrijgbaar)
Warmtewisselaar (HEX) van AHU (los
10
verkrijgbaar)
Thermistor voor gewenste luchttempera-
11
tuur (los verkrijgbaar)
12
Schoep (los verkrijgbaar)
13
Luchtfilter (los verkrijgbaar)
14
Warmteterugwinning (los verkrijgbaar)
15
Ventilator (los verkrijgbaar)
deze thermistor niet te installeren en dient DIP SW 1-5
op AAN te worden gesteld.
Systeem
(2-1)
─
*2
*3
69